92
De geselecteerde opnamestand wordt
gedurende 3 seconden getoond op
het scherm (Hulpdisplay).
U kunt de camera zo instellen, dat de gidsen in [LCD-display]
van het [R Instellen 1] menu niet worden weergegeven. (p.234)
Auto Picture standen
4
Als ingesteld op n (Auto Picture) stand selecteert de camera
automatisch de optimale stand voor het onderwerp uit de volgende
opnamestanden.
Stand.
U
Portret
c
Landschap
s
Macro
b
Beweg. onderwerp
\
Portret bij nacht
.
Zonsondergang
K
Stand
Deze opnamestand wordt geselecteerd wanneer
geen van de volgende standen van toepassing is.
Voor het maken van portretten. Laat de huid
er helder en gezond uitzien.
Voor het maken van landschap opnamen.
Vergroot kleurverzadiging, en zorgt voor
levendige kleuren.
Opnamen van kleine onderw. op dichte focusafst.
zoals bloemen, muntstukken, juwelen enz.
Opnamen maken van snel bewegende
onderwerpen, zoals bij sportevenementen.
Opnamen maken van mensen bij weinig licht zoals in
schemering of 's nachts.
Ook al wordt de flitser gebruikt, zal de camera lage
sluitersnelheden toepassen, zodat de achtergrond
buiten het bereik van de flitser ook correct belicht op
de opname komt (Lange-sluitertijdsync (p.262)).
Om te voorkomen dat de camera beweegt kunt
u ofwel de functie Shake Reduction inschakelen,
of de camera op een statief plaatsen.
Opnamen van zonsopgang of zonsondergang
in mooie, levendige kleuren.
Programma
Programma
Automatische belichting
Automatische belichting
Kenmerken