2
Stel de scherpstelfunctieknop in op
l.
In de n stand wijzigt de
scherpsteldstand naar f
(Autofocus/Auto) stand.
1Instelling van de scherpstelstand
(p.113)
3
Kijk door de zoeker voor een beeld
van het onderwerp.
Als u een zoomobjectief gebruikt, draait u
de zoomring naar rechts of links om de
gezichtshoek te wijzigen
(brandpuntafstand).
4
Breng het onderwerp binnen het AF-kader en druk
de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in
werking.
Het Wanneer op het onderwerp
is scherp gesteld, gaat de
scherpstelindicatie ] branden
en klinkt er een geluidssignaal
(scherpstelvergrendeling).
In de stand n wordt automatisch
de optimale opnamestand
geselecteerd uit de standen
U (Stand.), c (Portret), s (Landschap), b (Macro), \ (Beweg.
onderwerp), . (Portret bij nacht), K (Zonsondergang), d (Blauwe
hemel) en x (Bos). (p.92)
Flitserstatus
Scherpstelindicatie
71
3