Vibrato Depth
Footage
Volume
Mode
Attack
Lengte
Response
Reverb Depth
Chorus Depth
DSP on/off
DSP Depth
Vibrato Speed
DSP Type
Slow/Fast
Slow/Fast Bepaalt of de DSP variatie (Slow/Fast) op Slow of op Fast zal staan, als de Organ
Value
EQ Low
EQ High
Kan worden ingesteld op één van de drie waardes via de Vibrato Depth LCD knop. De
knop selecteert beurtelings een depth van "1", "2", of "3".
De instellingen van alle voetmaten samen bepalen de basisklank van de organ flutes.
De term "footage" (voetmaat) is afgeleid van de klankopwekking van het traditionele
pijporgel, waarvan de klank wordt geproduceerd door pijpen van verschillende lengtes
(aangegeven in "voet"). Hoe langer de pijp, hoe lager de toon. Vandaar dat het 16' re-
gister het laagstklinkende component van de voice zal zijn, maar het 1' register het
hoogstklinkende. Hoe groter de ingestelde waarde, hoe hoger het volume van het be-
treffende register. Door met de verschillende registervolumes te experimenteren, kunt
u uw eigen kenmerkende orgelklanken creëren.
Stelt het totaalvolume in van de Organ Flutes. Hoe langer de grafische schuif is, hoe
meer volume.
De MODE knop selecteert tussen twee modes: FIRST en EACH. In de FIRST mode
zal er alleen attack worden toegevoegd aan de eerst gespeelde noten die tegelijk wor-
den gespeeld en vastgehouden; terwijl de eerst gespeelde noten nog zijn ingedrukt
wordt er aan eventueel erna gespeelde noten geen attack toegevoegd. In de EACH
mode zal er aan alle noten evenveel attack worden toegevoegd.
ATTACK regelt de attack klank van de ORGAN FLUTES voice. De 4', 2 2/3' en 2' regis-
ters vermeerderen of verminderen de hoeveelheid attack klank van de betreffende
toonhoogtes. Hoe langer de grafische schuif is, hoe meer attack klank.
LENGTH regelt het attack aandeel in de klank: een langere of kortere attack klank di-
rect volgend op de aanvankelijke attack. Hoe langer de grafische schuif is, hoe langer
de attack doorklinkt.
Response regelt zowel het attack als het sustain gedeelte van het geluid, verlengt of
verkort de responstijd van de aanzwel- en de wegsterftijd, gebaseerd op de FOOTAGE
registers. Hoe hoger de waarde, hoe langzamer de aanzet en hoe langzamer deze
weer "wegsterft".
Zie bladzijde 145 voor details over de digitale effecten.
Bepaalt de snelheid van het vibrato effect dat wordt ingesteld met de hierboven be-
schreven Vibrato On/Off en Vibrato Depth.
Bepaalt het DSP effecttype dat aan de Organ Flutes voice wordt toegevoegd.
Gewoonlijk is dat één van de zes beschikbare Rotary Speaker effecten. Als er een an-
der effecttype wordt geselecteerd, dan zal de Rotary SP Speed LCD knop in het
ORGAN VOICE scherm niet de rotary speaker snelheid regelen. In plaats daarvan zal
hij dezelfde wer-king hebben als de VOICE EFFECT [SLOW/FAST] knop.
Flutes voice wordt geselecteerd (mits de Voice Set functie aanstaat — blz. 163).
Hiermee wordt de DSP variatie (Slow/Fast) parameterwaarde (b.v. "LFO Freq" voor
een Rotary Speaker effect) ingesteld, die van toepassing is wanneer u de DSP variatie
op (Fast) zet.
De EQ parameters bepalen de Frequentie en de sterkte van de Low (laag) en High
(hoog) equalizer banden.
Organ Flutes
Organ Flutes
63
Referentie