5-2 Beveiliging tegen verontreiniging bij het
installeren van leidingen
Bescherm de leidingen om het binnendringen van vocht, stof en vuil,
enz. in de leidingen te voorkomen.
Plaats
Installatieperiode
Meer dan een maand
Buiten
Minder dan een maand
Binnen
Ongeacht de periode
Opemerking
Wees speciaal voorzichtig om te voorkomen dat vuil of stof binnen-
dringt bij het duwen van leidingen door gaten in muren en bij het naar
buiten duwen van leidinguiteinden.
5-3 Aansluiten van de leidingen
• Zorg ervoor bij het solderen stikstofpermutatie of stikstofinblazing uit te
voeren.
Koelmiddelleiding
Plaats voor
solderen
Stikstofgas
Tape
Praktische afsluiter
Solderen zonder het uitvoeren van stikstofpermutatie of stikstofinbla-
zing in de leidingen veroorzaakt grote hoeveelheden oxidatiefilm in
de leidingen dat afsluiters en compressoren in het koelsysteem
nadelig beïnvloedt en normaal functioneren verhindert.
• De drukregelaar voor de stikstof die ontsnapt wanneer het solde-
ren wordt uitgevoerd, moet op 0,02 MPa worden ingesteld (onge-
2
veer 0,2 kg/cm
: deze druk is zodanig dat u de stikstof licht tegen
uw wang voelt blazen).
Opemerking
Gebruik geen anti-oxidanten bij het solderen van leidingkoppelingen.
Leidingen kunnen door restanten verstopt raken waardoor appara-
tuur defect kan raken.
5-4 De koelmiddelleidingen aansluiten
VOORZORGSMAATREGEL
• Sluit geen onsite leiding aan op een incorrecte leiding. Een ver-
keerde aansluiting zal een defect veroorzaken.
Verwijder de leidinggleufdop voor u de leiding aansluit.
• Zorg ervoor dat de onsite leiding geen contact heeft met andere
leidingen, met het bodemframe en de zijkant van het product.
Voorzorgsmaatregelen voor leidingen
• Sluit de leiding altijd aan binnen het bereik van de max. toelaat-
bare leidinglengte en het toelaatbare hoogteverschil.
• Buig de leiding om rekening te houden met een mogelijk grotere
diameter. Buig de leiding niet herhaaldelijk.
• Installeer een meterkoppelstuk om de druksensor op de inlaat- en
uitlaatleidingen van de boostereenheid te installeren bij het aan-
sluiten van het AIRNET-systeem (Raadpleeg de Onder-
houdshandleiding voor meer details).
6
Beschermingsmethode
Leiding dichtklemmen
Leiding dichtklemmen of
met tape afplakken
Regelaar
Stikstofgas
A Inlaat vloeistofleiding
Sluit de leiding aan op de vloeistofleiding
(koeling) van de buitenunit.
B Uitlaat vloeistofleiding
Sluit de leiding aan op de vloeistofleiding
van de koelombouw.
C Zuigleiding
Sluit de leiding aan op de gasleiding
van de koelombouw.
D Afvoerleiding
Sluit de leiding aan op de gasleiding
(koeling) van de buitenunit.
Radpleeg de
buisdiameter
Koeling
van de ombouw
ombouw
A
B Uitlaat
Vloeistofleiding
vloeistofleiding
uitlaat
C Zuig
Boostereen-
D Afvoermeiding
leiding
heid
De leidinglengte zam 30 m of minder zijn.
• Creëer een afsluitinrichting op de gasleiding op 5 m intervallen
indien de buitenunit zich boven de boostereenheid bevindt (om te
zorgen voor een vlotte terugkeer van olie in de stijgleiding (Zie
Afbeelding 1 hieronder).
• Creëer een afsluitinrichting op de gasleiding op 5 m intervallen
indien de boostereenheid zich onder de buitenunit bevindt (om te
zorgen voor een vlotte terugkeer van olie in de stijgleiding (Zie
Afbeelding 2 hieronder)..
1
Wanneer de
koelombouw onder de
boostereenheid is
Creëer een afsluitinrichting
Boosterenheid
Koelombouw
Gebruik van de afsluiters
Volg de onderstaande aanwijzingen op wanneer u de afsluiters bedient.
VOORZORGSMAATREGEL
• De afsluiter niet openen totdat alle stappen aangegeven in
" 6-4 Controleren van de apparatuur en de installatiecondities"
voltooid zijn. Laat de afsluiter niet openstaan zonder dat de stroom is
ingeschakeld, want anders kan er koelmiddel in de compressor con-
denseren en kan vroegtijdige slijtage van het hoofdstroomcircuit wor-
den veroorzaakt.
• Zorg dat u het speciaal gereedschap gebruikt voor het werken
aan de afsluiter. De afsluiter is niet van een type met achterste
klepzitting. Wanneer te veel kracht wordt uitgeoefend, kan de
afsluiter beschadigd raken.
• Gebruik een vulslang wanneer u de onderhoudsaansluiting
gebruikt.
• Controleer of er geen lekkage van koelmiddelgas is nadat de
afdekking en de dop van de afsluiter stevig zijn bevestigd.
〈Aantrekkoppel〉
Controleer aan de hand van de volgende tabel de maten van de
afsluiters van elk model en de aantrekkoppelwaarden van de betref-
fende afsluiters.
Maten van afsluiters
Afsluiter vloeistofzijde
Afsluiter gasaanvoerzijde
Afdichtingsgedeelte
Aantrekkoppel N•m (rechtsom sluiten)
Maten van
afsluiters
Spindel (afsluiterhuis)
Inbussleutel:
φ9,5
5.4~6.5
4mm
〈Aanwijzingen voor openen〉
1. Verwijder de afsluiterafdekking en draai de spindel met een inbus-
sleutel linksom.
2. Draai de spindel totdat deze niet meer verder gaat.
3. Maak de afsluiterafdekking stevig vast. Zie de bovenstaande tabel
voor de aantrekkoppels die bij de verschillende maten horen.
Sluit aan van het bovendeel
van de hoofdleiding
Om te voorkomen dat olie en
vloeibaar koelmiddel binnenstroomt
van de hoofdleiding wanneer de
boosterunit gestopt wordt
2
Wanneer de
buitenunit boven de
boostereenheid it
Creëer een
afsluitinrichting
Buitenunit
Boostereenheid
φ9,5
φ9,5
Onderhoudsaansluiting
Afsluiterafdekkin
Zeshoekig gat
Spindel
Onder-
Afsluiteraf-
houdsaan-
dekking
sluiting
13.5~16.5
11.5~13.9
Nederlands