Aanwijzingen voor sluiten〉
1. Verwijder de afsluiterafdekking en draai de spindel met een inbus-
sleutel rechtsom.
2. Draai de spindel totdat de spindel in contact komt met het afdich-
tingsgedeelte van de afsluiter.
3. Maak de afsluiterafdekking stevig vast. Zie de bovenstaande
tabel voor de aantrekkoppels die bij de verschillende maten
horen.
〈Voorzorgsmaatregelen bij het werken aan de afsluiterafdek-
king〉
• Wees voorzichtig dat het afdichtingsgedeelte niet wordt bescha-
digd.
• Bij de montage van de afsluiterafdekking moet schroefborgmiddel
op de schroefdraad worden aangebracht.
• Breng geen schroefborgmiddel (voor gebruik met wartelmoeren)
op het afdichtingsgedeelte aan.
• Zorg dat de afsluiterafdekking stevig wordt vastgedraaid nadat de
afsluiter is ingesteld. Zie "Gebruik van de afsluiters" voor de
aantrekkoppels van de afsluiters.
Afsluiterafdekking
Afdichtingsgedeelte
Breng geen schroefborgmiddel
aan
〈Voorzorgsmaatregelen bij het werken aan de onderhoudsaan-
sluiting〉
• Gebruik een vulslang met een drukstang bij het werken aan de
onderhoudsaansluiting.
• Bij de montage van de dop moet schroefborgmiddel op de
schroefdraad worden aangebracht.
• Breng geen schroefborgmiddel (voor gebruik met wartelmoeren)
op het afdichtingsgedeelte aan.
• Maak de dop stevig vast nadat de werkzaamheden zijn voltooid.
Zie "Gebruik van de afsluiters" voor het aantrekkoppel van de
dop.
Afdichtingsgedeelte
Breng geen
schroefborgmiddel aa
VOORZORGSMAATREGEL
Breng een schroefborgmiddel op het afsluiterafdekking-monta-
gedeel en de schroefdraad van de onderhoudsaansluiting aan.
Het is anders mogelijk dat er condenswater binnendringt en bevriest.
Dit kan tot gevolg hebben dat koelmiddelgas lekt of de compressor
foutief werkt omdat de dop vervormd of beschadigd wordt.
5-5 Lektest / Vacuümdrogen
Zorg ervoor dat de volgende test werden uitgevoerd na het lei-
dingwerk.
• Controleer dat de afsluiters aan de gasaanvoer- en vloeistofzijde
open zijn.
• Lektest - Gebruik altijd het stikstofgas.
Breng het hogedrukgedeelte (vloeisofzijde) naar de ontwerpdruk
(3,8MPa) van de buitenunit en het lagedrukgedeelte (zuigzijde)
naar de ontwerpdruk (2,5MPa) van de binnenunit (niet meegele-
verd).
In dit geval, zullen ze geaccepteerd worden indien geen drukver-
lies gevonden wordt gedurende 24 uur via onder druk brengen
van minstens 5 minuten van poort A en de the vloeistofafsluiter
Nederlands
Kunststof haak
Breng een schroefborgmidde
aan
Afsluiter
Onderdeel van montag
van afsluiterafdekking.
Dop
Kunststof haak
Breng een
schroefborgmiddel aan
getoond in de rechterafbeelding.
Controleer of er lerkgebieden zijn in het geval van een drukver-
lies.
• Vacuümdrogen - Zie de installatieleiding van de buitenunit.
Poort
A
5-6 Warmte-isolatie voor leidingen
• Zorg dat de verbindingsleidingen en leidingaftakkingen op de
afvoerzijde, zuigzijde en vloeistofzijde altijd geïsoleerd zijn.
De temperatuur van de vloeistof- en gasleidingen is als volgt:
Minimale ingaande temperatuur van vloeistofleiding:
5°C (Voor buitenunit)
-10°C (Naar binnenunit)
Minimale ingaande temperatuur van gasleiding
-45°C (Voor binnenunit)
100°C (Naar buitenunit) (Max. temperatuur)
• Gebruik een afvoerleiding met een hotteweerstand van 120°C of
meer gezien zijn meximum temperatuur ongeveer 100°C bereikt.
Gebruik een zuigleiding en vloeistofleiding met een hitteweer-
stand van 80°C als de standaard specificatie.
• Raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit voor de
binnenunitzijde.
Isolatie (niet bijgeleverd)
Sluit de leiding aan tot op de
koppeling zodat de leiding
niet blootgesteld wordt.
(Hittebestendig: 120ºC of meer)
VOORZORGSMAATREGEL
• Isoleer altijd de leidingkoppeling voor onsite leidingen.
(Een blootgestelde leiding kan condensvorming veroorzaken en
verbranden door contact).
Afsluiterpoort
vloeistofzijde
Isolatie (niet bijgeleverd)
Inlaat vloeistofleiding
(tussen boostereenheid
en hoofdvloeistofleiding)
Uitlaat vloeistofleiding
(tussen boostereenheid
en koelombouw)
Zuigleiding
Afvoerleiding
7