IMPORTANT:
Nadat u de stoel van de bestuurder hebt
afgesteld, moet u controleren of de stoel goed vergrendeld is.
5.4 VEILIGHEIDSGORDEL
!
WAARSCHUWING
Om persoonlijk letsel of overlijden te vermijden:
Gebruik steeds de veiligheidsriem wanneer de tractor een
ROPS heeft. Gebruik de veiligheidsriem niet wanneer een
vouwbare ROPS neerligt of er geen ROPS is.
Pas de veiligheidsgordel aan zodat hij goed past en sluit hem
aan op de gesp. De veiligheidsgordel is van het type
automatische vergrendeling oprolbaar.
Schakelaar aanwezigheid operator: Wanneer de bestuurder
de bestuurdersstoel verlaat, schakelt het voertuig binnen
7-10 sec. automatisch uit.
NOTE :
Aanwezigheidsschakelaar voor operator is beschikbaar.
5.5
KIEZEN VAN DE POSITIES VAN DE LICHTSCHAKELAAR.
•
Hoofd lichten I Richtingaanwijzer / Alarmlichtschakelaar
a. Lichtschakelaar
b. Richtingaanwijzerschakelaar
♦
Hoofdschakelaar: Hazard light switch has three
positions.
1e Hoofdlampje "UIT"
2e Positielamp
3e Gedimde straal
♦
Alarmlicht
1.
Wanneer de alarmlichtschakelaar wordt ingedrukt, zal het
gevarenlicht knipperen, samen met de L/H en R/H knipperlichten
op het instrumentenpaneel.
2.
Druk nogmaals op de alarmlichtschakelaar om de alarmlichten
uit te zetten.
♦
Richtingaanwijzer met alarmlichtschakelaar inschakelen
1.
Om een bocht naar rechts aan te geven terwijl de alarmlichten al
knipperen (alarmlichtschakelaar ingeschakeld), draait u de
richtingaanwijzerschakelaar rechtsom.
2.
Om een linkerbocht aan te geven zonder
alarmlichten, draait u de richtingaanwijzerschakelaar
linksom.
3.
Wanneer de linker- of rechterrichtingaanwijzer wordt
geactiveerd zonder de alarmlichten, knippert de
aangegeven richtingaanwijzer en blijft de andere aan.
♦
Richtingaanwijzer met alarmlichtschakelaar uit
1.
Om een rechterbocht aan te geven zonder alarmlichten
(alarmlichtschakelaar uit), draait u de
richtingaanwijzerschakelaar rechtsom.
2.
Om een linkerbocht aan te geven zonder alarmlichten,
draait u de richtingaanwijzerschakelaar linksom.
3.
Wanneer de linker- of rechterrichtingaanwijzer wordt
geactiveerd zonder de alarmlichten, knippert de
aangegeven richtingaanwijzer en blijft de andere aan.
1
b
a
♦ Ploeglamp:
tractor. Het is voorzien van een drukknop. De ploeglamp
brandt ongeacht of de sleutelstartschakelaar in de stand
"AAN" of "UIT" staat.
5
FARMTRAC
FARMTRAC
1. Alarmlicht
Deze bevindt zich aan de achterkant van de
1. AAN-UIT Drukknop
1