12.3 De controleweging doorvoeren
12.3.1 De grenswaarden met de functietoetsen invoeren
De grenswaarden bepalen:
136
De functietoets
De bovenste en onderste
grenswaarde met de numerieke
toetsen invoeren en met de toets
bevestigen.
De volgende informatieve teksten
verschijnen (fabrieksinstelling):
Aanvullende eenheid
De onderste grenswaarde
De bovenste grenswaarde
Het verschil
Bepaalt de afstand ± ten opzichte
van de optimale opgegeven
waarde.
AET/PET/ILT-BA-nl-1631
drukken.