Inhoudsopgave
Advertenties
14. Elektrische aansluiting
Voorbeeld met verticale opstelmogelijkheden met concentrische kokers
De dakdoorvoer kan zowel gebeuren op een plat dak als op een schuin dak met behulp van de aangepaste
beschikbare dakafdichtingen.
L max = 10 m Ø 60/100 mm
Schets 12
L max = 25 m Ø 80/125 mm
De elektrisch beveiliging van het toestel is slechts verzekerd indien het correct aangesloten is op een
installatie welke aan de aarde verbonden is, en gerealiseerd werd conform met de in voege zijnde
reglementering betreffende de elektrische installaties.
Het toestel moet op een installatie aangesloten worden met een elektrische spanning 220-230 V
éénfasig + aarding met behulp van de, bij het toestel meegeleverde, voedingskabel met drie geleiders.
De polariteit fase-nulleider moet gerespecteerd worden.
De voeding moet gebeuren met behulp van een tweepolig schakelaar met openingscontacten
van ten minstens 3 mm.
Bij de vervanging van de voedingskabel moet men een reglementaire kabel "HAR HO5 VV-F" van
2
3x0,75 mm
met een maximale diameter van 8 mm gebruiken.
Deksel
Schets 13
L max = 8 m Ø 60/100 mm
L max = 23 m Ø 80/125 mm
Klemmenstrook M1
44
L max = 9 m Ø 60/100 mm
L max = 24 m Ø 80/125 mm
Klemmenstrook M2
Deksel
Advertenties
Inhoudsopgave
