Instelling van helderheid,
contrast en kleur
Helderheid
Volg onderstaande instructies om de
helderheidsinstelling tijdelijk te wijzigen:
a
Zorg dat u zich in kopieermodus
bevindt.
b
Het document laden.
c
Toets het aantal kopieën met de
kiestoetsen in (max. 99).
d
Druk op Copy Options en a of b voor
de selectie van Helderheid.
Druk op OK.
-nnonn+
e
Druk op a of b om de kopie lichter of
donkerder te maken. Druk op OK.
f
Druk op Mono Start of Colour Start.
Volg onderstaande instructies om de
standaardinstelling te wijzigen:
a
Druk op Menu, 3, 2.
b
Druk op a of b om de kopie lichter of
donkerder te maken. Druk op OK.
c
Druk op Stop/Exit.
Contrast
U kunt het contrast wijzigen om het beeld er
scherper en levendiger te laten uitzien.
Het contrast kan alleen via de
standaardinstelling worden gewijzigd.
a
Druk op Menu, 3, 3.
3.Contrast
b
Druk op a of b om het contrast te
wijzigen. Druk op OK.
c
Druk op Stop/Exit.
10
10
e
10
Kleur verzadiging
De kleurverzadiging kan alleen via de
standaardinstelling worden gewijzigd.
a
Druk op Menu, 3, 4.
4.Pas kleur aan
b
Druk op a of b voor de selectie van
1.Rood, 2.Groen of 3.Blauw. Druk
op OK.
c
Druk op a of b om de kleur verzadiging
te wijzigen. Druk op OK.
d
Selecteer één van onderstaande opties:
Terug naar b om de volgende kleur
te selecteren.
Druk op Stop/Exit.
Papieropties
Papiersoort
Als u op speciaal papier kopieert, zorg er dan
voor dat u het type papier dat u gebruikt
selecteert om de beste afdrukkwaliteit te
verkrijgen.
a
Zorg dat u zich in kopieermodus
bevindt.
b
Het document laden.
c
Toets het aantal kopieën met de
kiestoetsen in (max. 99).
d
Druk op Copy Options en a of b voor
de selectie van Papiersoort.
Druk op OK.
e
Druk op a of b om het type papier te
selecteren dat u gebruikt
(Normaal papier, Inkjetpapier,
Brother-fotopap.,
Ander fotopapier of
Transparanten). Druk op OK.
f
Druk op Mono Start of Colour Start.
Kopiëren
10
10
10
10
57