Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ongelijke Meshoogten Corrigeren - Toro Groundsmaster 4100-D Gebruikershandleiding

Tractie-eenheid
Verberg thumbnails Zie ook voor Groundsmaster 4100-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

moeten ze worden geslepen. Gebruik een vijl
om de bovenkant van het mes te slijpen en de
oorspronkelijke snijhoek te behouden en te zorgen
dat het mes scherp blijft (Figuur 84). Het mes zal in
balans blijven als dezelfde hoeveelheid metaal aan
beide snijranden wordt weggehaald.
Als het mes gaat slijten, kan er een groef
ontstaan tussen de wiek en het platte deel van
het mes (Figuur 83). Uiteindelijk kan dan een
stuk van het mes afbreken en van onder de
maaikast worden weggeslingerd waardoor de
bestuurder of een omstander ernstig letsel kan
oplopen.
• Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
• Probeer nooit een krom mes te richten of
een gebroken of gescheurd mes te lassen.
• Vervang een versleten of beschadigd mes.
1. Onder oorspronkelijke hoek slijpen
Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op
een slijpmachine. Nadat de snijranden zijn geslepen,
monteert u het mes met de antiscalpeercup en de
mesbout; zie Maaimes(sen) verwijderen en monteren.
Ongelijke meshoogten
corrigeren
Indien de messen op een maaidek niet op gelijke hoogte
zijn afgesteld, zullen er na het maaien strepen zichtbaar
zijn in het gazon. Dit probleem kan worden gecorrigeerd
door de messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat
alle messen op hetzelfde niveau maaien.
1. Gebruik een waterpas van ongeveer een meter lang
en zoek een horizontaal oppervlak op de grond.
2. Zet de maaihoogte in de hoogste stand; zie
Maaihoogte afstellen.
Figuur 84
3. Laat het maaidek neer op een vlak oppervlak.
Verwijder de afdekkappen die boven op het maaidek
zitten.
4. Draai de flensmoer los waarmee de spanpoelie is
vastgezet, om de riemspanning te verminderen.
5. Draai de messen totdat de uiteinden in de
lengterichting liggen. Meet de afstand van de grond
tot de voorste rand van het mes. Noteer deze
afstand. Draai vervolgens hetzelfde mes zodat het
andere uiteinde voor komt en meet opnieuw. Het
verschil tussen de afstanden mag niet meer zijn dan
3 mm. Als dit verschil meer dan 3 mm bedraagt, is
het mes krom en moet het worden vervangen. U
moet alle messen meten.
6. Vergelijk de metingen van de buitenste messen met
het middelste mes. Het middelste mes mag niet
meer dan 10 mm lager zijn dan de buitenste messen.
Indien het middelste mes meer dan 10 mm lager is
dan de buitenste messen, ga dan verder met stap 7
en plaats opvulstukken tussen de spilbehuizing en de
onderkant van het maaidek.
7. Verwijder de bouten, platte ringen, borgringen en
moeren van de buitenste as op de plek waar de
opvulstukken moeten worden geplaatst. Om het
mes hoger of lager te zetten, moet een opvulstuk,
onderdeelnr. 3256-24, tussen de spilbehuizing en de
onderkant van het maaidek worden geplaatst. Ga
verder en controleer de uitlijning van de messen en
plaats opvulstukken totdat de randen van de messen
binnen de gewenste afstand blijven.
Belangrijk: Gebruik niet meer dan drie
opvulstukken voor één gat. Gebruik minder
opvulstukken in naastgelegen gaten indien er
meer dan één opvulstuk voor één gat is gebruikt.
8. Stel de spanpoelie af en monteer de drijfriemkappen.
57

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30413

Inhoudsopgave