A Opnamen maken met het LCD-scherm
Het weergaveoppervlak van het beeld is circa 100% (wanneer de
opnamekwaliteit is ingesteld op JPEG 73).
In de creatieve modi kunt u de scherptediepte controleren door op de
knop voor scherptedieptecontrole te drukken.
Tijdens continu-opnamen wordt de belichting die voor de eerste opname
is ingesteld ook toegepast op alle volgende opnamen.
U kunt ook op het onderwerp tikken op het LCD-scherm om scherp te
stellen (pag. 77 - 83) en een opname te maken (pag. 84).
U kunt ook een afstandsbediening (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruiken voor
Live view-opnamen.
74
1
Geef het Live view-beeld weer.
Druk op de knop <A>.
Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm
weergegeven. In de modus <A> wordt het
scènepictogram voor de scène die door de camera
wordt gedetecteerd, linksboven weergegeven.
Continue AF is standaard ingesteld.
In het Live view-beeld wordt het
helderheidsniveau van de daadwerkelijk
te maken opname nauwkeurig benaderd.
2
Stel scherp op het onderwerp.
Wanneer u de ontspanknop half
indrukt, stelt de camera scherp met
de actuele AF-methode (pag. 77).
3
Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal in.
De foto wordt gemaakt en de opname
wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Nadat de kijktijd is verstreken, keert de camera
automatisch naar de Live view-modus terug.
Druk op de knop <A> om Live view-
opnamen te verlaten.