Als u op de knop <L> drukt, wordt het AF-punt <
kunt u de pijltjestoetsen <S> gebruiken om het AF-punt te verplaatsen.
Aangezien er niet automatisch kan worden scherpgesteld op een gezicht dat
zich dicht bij de rand van het beeld bevindt, wordt <p> in dat geval grijs
weergegeven. Als u de ontspanknop half indrukt , wordt het onderwerp
scherpgesteld met de methode FlexiZone - Multi met automatische selectie.
FlexiZone - Multi: o
U kunt maximaal 31 AF-punten gebruiken voor dekking van een groot
gebied (automatische selectie). Dit grote gebied kan ook in 9 zones
worden opgedeeld voor scherpstellen (zoneselectie).
AF-kader
Scherpstellen met AF (AF-methode)
1
Geef het Live view-beeld weer.
Druk op de knop <A>.
Het Live view-beeld wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
2
Selecteer het AF-punt.N
Door op de knop <L> te drukken, schakelt u
tussen automatische selectie en zoneselectie.
In de basismodi wordt automatische selectie
automatisch ingesteld.
Gebruik de pijltjestoetsen <S> om
een zone te selecteren. Druk
nogmaals op de knop <L> om naar
de middelste zone terug te keren.
U kunt ook op het LCD-scherm tikken
om een zone te selecteren. Wanneer
er een zone is geselecteerd, tikt u op
[
] op het scherm om over te
schakelen op automatische selectie.
> in het midden weergegeven en
79