Scherpstellen met AF (AF-methode)
De AF-methode selecteren
U kunt een AF-methode selecteren die bij de opnamesituatie en bij uw onderwerp past.
De volgende AF-methoden zijn beschikbaar: [u(gezicht)+volgen], [FlexiZone -
Multi] (pag. 79), [FlexiZone - Single] (pag. 81) en [Quick-modus] (pag. 82).
Wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen, stelt u de focusinstellingsknop op het
objectief in op <MF>, vergroot u de opname en stelt u handmatig scherp.
u(gezicht)+volgen: c
De camera detecteert en volgt menselijke gezichten. Indien een gezicht
beweegt, beweegt het AF-punt <p> mee om het gezicht te volgen.
Selecteer de AF-methode.
Selecteer op het tabblad [A] de optie
[AF-methode].
Selecteer de gewenste AF-methode
en druk op <0>.
Wanneer het Live view-beeld wordt weergegeven,
kunt u ook op de knop <Q> drukken om de AF-
methode in het scherm Snel instellen te selecteren.
1
Geef het Live view-beeld weer.
Druk op de knop <A>.
Het Live view-beeld wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
2
Selecteer een AF-punt.
Wanneer er een gezicht wordt
herkend, wordt het kader <p>
weergegeven over het gezicht
waarop zal worden scherpgesteld.
Wanneer meerdere gezichten worden
herkend, wordt <q> weergegeven.
Gebruik de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om
het kader <q> te verplaatsen naar het
gezicht waarop u wilt scherpstellen.
77