3. Voer een geldig iLO gebruiker-id en wachtwoord in met de juiste iLO-
privileges (Administer User Accounts (Gebruikeraccounts beheren),
Configure iLO Settings (iLO-instellingen configureren)). U vindt
standaard accountgegevens op de tag iLO Default Network Settings
(iLO-standaardnetwerkinstellingen).
4. Breng de gewenste wijzigingen aan in de iLO-configuratie en sla deze op.
5. Sluit iLO RBSU af.
HP beveelt het gebruik van DNS/DHCP met iLO aan voor het vereenvoudigen
van de installatie. Als DNS/DHCP niet kan worden toegepast, gebruikt u de
volgende procedure voor het uitschakelen van DNS/DHCP en het configureren
van het IP-adres en het subnetmasker:
1. Schakel de server in of start deze opnieuw op.
2. Druk op F8 als u hiervoor een aanwijzing ziet tijdens POST. Het
hulpprogramma iLO RBSU wordt uitgevoerd.
3. Voer een geldig iLO gebruiker-id en wachtwoord in met de juiste iLO-
privileges (Administer User Accounts (Gebruikeraccounts beheren),
Configure iLO Settings (iLO-instellingen configureren)). U vindt
standaard accountgegevens op de tag iLO Default Network Settings
(iLO-standaardnetwerkinstellingen).
4. Selecteer Network (Netwerk), DNS/DHCP, druk op Enter en selecteer
vervolgens DHCP Enable (DHCP inschakelen). Druk op de spatiebalk
om DHCP uit te schakelen. Let erop dat DHCP Enable (DHCP
inschakelen) staat ingesteld op Off (Uit) en sla de wijzigingen op.
5. Selecteer Network (Netwerk), NIC (Netwerkadapter) en TCP/IP, druk
op Enter en typ de juiste informatie in de velden IP Address (IP-adres),
Subnet Mask (Subnetmasker) en Gateway IP Address (IP-adres gateway).
6. Sla de wijzigingen op. Wanneer u iLO RBSU afsluit, volgt automatisch
een reset van het iLO-systeem om de nieuwe instellingen te activeren.
Serversoftware en configuratieprogramma's
83