4
Raak [Enter] aan.
OPMERKING
• De bovenstaande schermafbeelding is voor het
instelscherm [FRONT VIEW CAMERA / DASH
CAM]. Dit kan afwijken van die voor [AV-IN].
• De dashboardcamera kan worden geselecteerd
wanneer deze is aangesloten. (P.86)
Ñ
Aanpassen van de
parkeerrichtlijnen
OPMERKING
• Installeer de achteruitkijkcamera in de juiste
positie volgens de gebruiksaanwijzing geleverd
bij de achteruitkijkcamera.
• Zorg er bij het aanpassen van de
parkeerrichtlijnen voor dat u de parkeerrem
gebruikt om te voorkomen dat de auto beweegt.
1
Raak [Parking Guidelines] aan in het
scherm Camera en stel in op [ON]. (P.55)
2
Raak [Guidelines SETUP] aan op het
Camerascherm.
3
Pas de parkeerrichtlijnen aan door het
selecteren van de
4
Afstellen van de positie van de
geselecteerde -markering.
C
Zorg ervoor dat de lijnen A en B
horizontaal parallel zijn en dat lijnen C en
D dezelfde lengte hebben.
-markering.
A
D
B
Overige Externe Componenten
OPMERKING
• Raak [Initialise] aan en raak daarna [Yes] aan
om alle
markeringen in te stellen op hun
oorspronkelijke standaardpositie.
Gebruik van dashboardcamera
Een dashboardcamera, DRV-N520 (optionele
accessoire), aangesloten op dit apparaat laat u
video-opgenomen gegevens, enz. afspelen.
Zie voor details de instructiehandleiding van
de dashboardcamera DRV-N520 (optionele
accessoire).
OPMERKING
• Zie De camera aansluiten (P.86)om een
dashboardcamera aan te sluiten.
• Om de dashboardcamerafunctie te gebruiken, is
het noodzakelijk dat „Camera Assignment Settings"
op „Dashboard Camera" wordt ingesteld. (P.56)
Ñ
Het dashboardcamerascherm
weergeven
1
Druk op de knop [MENU].
h Pop-up menu verschijnt.
h
2
Raak [Camera] aan.
3
1
Toetsen voor camera schakelen
Raak aan om de weergave van de camera te
schakelen. Het is noodzakelijk om „Camera
Assignment Settings" van te voren in te
stellen, behalve „Rear". Zie Om de camera-
toewijzingsinstellingen in te stellen
(P.56).
1
2
Nederlands
57