Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en
uitgeschakeld. De warme lucht ont-
snapt door de deur van het apparaat.
AANWIJZING
Door de ventilatiesleuven te bedek-
ken, raakt het apparaat oververhit
De ventilatiesleuven niet afdekken.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde
tijd na, zodat de binnenruimte na ge-
bruik sneller afkoelt. U kunt in de Ba-
sisinstellingen → Pagina 52 instellen
hoelang de koelventilator naloopt.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende
hoogtes in de rekjes in de binnenruim-
te plaatsen.
De rekjes worden van beneden naar
boven geteld. Afhankelijk van het type
apparaat is het bovenste niveau in de
binnenruimte gekenmerkt door het
symbool
.
5
4
3
2
1
Bedieningselementen
Via de bedieningselementen kunt u alle functies van uw apparaat instellen en infor-
matie krijgen over de gebruikstoestand.
Bedieningselementen nl
Wijze van
Gebruik
inschuive
n
Geleidestif
"Accessoires in de geleidestiften
schuiven", → Pagina 27
ten
Telescoop
"Accessoires inschuiven op de
telescooprails", → Pagina 28
rail
Om de rekjes te reinigen dient u deze
informatie: → "Rekjes
reinigen", Pagina 63 in acht te nemen
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tij-
dens het gebruik, wordt de werking
stopgezet. Sluit u de deur, dan wordt
de werking automatisch hervat.
Wanneer u bij het gebruik van de mag-
netronfunctie de apparaatdeur sluit,
dient u de werking met
ten. In de Basisinstellingen
→ Pagina 52 kunt u vastleggen of de
werking automatisch wordt voortgezet.
Zie voor het reinigen van de apparaat-
deur deze informatie: → "Apparaatdeur
reinigen", Pagina 63
voort te zet-
19