Deurruiten inbrengen
AANWIJZING
Bij gebruik van het apparaat met niet
naar behoren ingebrachte deurrui-
ten, wordt de voorkant heel heet en
kunnen de ruiten barsten.
Gebruik de binnenruimte pas
▶
weer wanneer de ruiten naar be-
horen zijn ingezet.
1.
Let erop dat de pijl van de tussenruit
zich rechtsboven op de ruit bevindt
en overeenstemt met de pijl op de
plaat.
2.
De tussenruit onder in de houder in-
brengen en aan de bovenkant aan-
drukken.
3.
De beide houders naar beneden
drukken.
4.
De voorruit naar beneden in de hou-
ders leiden.
5.
De voorruit sluiten tot de beide bo-
venste haken zich tegenover de ope-
ning bevinden.
6.
De voorruit tot de aanslag aandruk-
ken en tot de aanslag naar beneden
brengen.
7.
De apparaatdeur een beetje openen
en de vaatdoek verwijderen.
Apparaatdeur nl
59