Sluit men nu op Bue een stekerpen aan dan wordt deze verbinding door
middel van Sk5 verbroken. De toegevoerde spanning wordt dan versterkt
en kan aan de bussen Bul en Bue of Bui en Bu4 worden afgenomen.
De versterking bedraagt 45 tot 60 x .
VERVANGING VAN ONDERDELEN
Voor het verwisselen van buizen e.d. dient het apparaat uit de kast te
worden genomen. Hiertoe moeten de drie schroeven A en de aardklem
(fig. 5) worden verwijderd.
Aan de hand van fig. 4 kan men bepalen, waar de buizen in het apparaat
moeten worden geplaatst.
Na vervanging van de buizen Bl, B2 of B3 moet de frequentie opnieuw
worden geijkt (Philips service-werkplaats). Ook dient dan de frequentie-
karakteristiek te worden gecontroleerd.
Een nieuwe temperatuurveiligheid Vh (codenr. 08 100 97) brengt men
aan door deze aan het spiraalveertje te bevestigen en over het haakje
van de voedingstransformator heen te trekken.
ONDERDELENLIJST
(veranderingen voorbehouden)
Condensatoren
Cle
50 µF
Cae 22 000
pF
C,s
]00 ~,F
Cas
22
pF
Ci
500 pF
Cai
180 pF
C41
12
pF
Ca
125
pF
Caa
330
pF
Cna
12
pF
Ca
3-30 pF
Caa
270
pF
C43
0,1 ~.F
C4
3-30
pF
Caa
100 pF
C„
1060
pF
CS
25
pF
C25 470 000 pF
C45*
Cs
25 pF
Cas
47 pF
C4s
100 pF
C,
25
pF
Ca,
] 0 000
pF
C„*
Cs
25
pF
Cae 22 000
pF
C61
0,1 ~F
C„
25 µF
C31
12 pF
C6a
100
µF
Cia
25 µF
Caa
12
pF
Csa 120 000
pF
Cia
12,5 µF
CS3
0,1 ~.F
C54 33 000
pF
C,4
12,5 µF
Can
1060
pF
C66 470 000
pF
C,s
50 µF
Cab*
Css*
CIs
50 µF
C96
68
pF
C6,
10 000
pF
Cl,
50 µF
Cca,
0,1 µF
C6,
10000
pF
18