Opstarten
Brandbare dampen in het werkgebied
(zoals oplosmiddelen en verfdampen)
kunnen ontbranden of exploderen.
Zie AARDINGSINSTRUCTIES, pagina 7.
Spuit geen ontvlambare of brandbare
vloeistoffen in een besloten ruimte.
Houd het spuitgebied goed geventileerd.
Zorg voor een goede aanvoer van zich
verplaatsende frisse lucht in het gebied.
LET OP
Uw spuitapparaat is NIET geschikt om in
combinatie met scherpe reinigers zoals
chloorbleekmiddel gebruikt te worden. Het gebruik
van dergelijke reinigingsmiddelen zal het
spuitapparaat beschadigen.
Begin altijd met een volledig geladen accu.
Zorg dat de batterij of lader niet in contact komt
met of wordt ondergedompeld in water of
oplosmiddelen. Zie de informatie over de accu
en acculader, die bij het spuitapparaat wordt
geleverd.
Vervang en laad de batterij enkel op op een
goed geventileerde plaats en uit de buurt van
ontvlambare of brandbare materialen,
waaronder verf en oplosmiddelen.
3A4943D
LET OP
Schud de materialen die met dit pistool
aangebracht worden NIET. Sommige
fine-finish lakken en vernissen vangen lucht
wanneer ze geschud worden, hetgeen de
prestaties van het spuittoestel kan beïnvloeden.
Roer het materiaal of raadpleeg de adviezen van
de fabrikant voor het betreffende materiaal.
Drukontlastingsprocedure
Volg de drukontlastingsprocedure steeds
wanneer u dit symbool ziet.
Dit spuitapparaat bouwt tijdens het gebruik een
inwendige druk tot 14 MPa (140 bar; 2000 psi)
op. Om ernstig letsel te voorkomen, dient u,
als u stopt met spuiten en vóór reiniging,
controle, onderhoud en transport van de
apparatuur, te allen tijde de instructies in deze
Drukontlastingsprocedure op te volgen.
1.
Haal de accu uit het spuitapparaat.
2.
Draai de knop 'pomp vullen/spuiten' naar de
stand POMP VULLEN om de druk te ontlasten.
Opstarten
ti29755a
11