CTK691D01‑01.book 12 ページ 2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Algemene gids
Betreffende de display
1.
Er verschijnen hier wijzers om aan te geven wanneer transponeren, de keyboard instelfunctie, de mixerfunctie,
de synthesizer, effecten, het melodiegeheugen of de SMF speler wordt gebruikt.
2.
De TONE indicator verschijnt wanneer u de TONE instelling selecteert of bekijkt terwijl RHYTHM verschijnt
voor de RHYTHM instelling.
3.
Toonnummer (cijferdeel)/Toonnaam (tekstdeel)
Het numerieke gebied en het tekstgebied worden tevens gebruikt om het ritmenummer en de ritmenaam aan te geven
en om verscheidene functies aan te geven in de synthesizerfunctie-, de mixerfunctie-, het registratie- en de
melodiegeheugenfunctiestand.
4.
Octaafsymbool
Dit symbool verschijnt wanneer de door het keyboard geproduceerde noot een octaaf hoger is dan de op de notenbalk
aangegeven noot.
5.
Op het toetsenbord gepeelde noten, noten gespeeld uit het melodiegeheugen, akkoordformaten, en
ontvangen MIDI data* worden door de notenbalk in de display aangegeven.
6.
Er verschijnen hier wijzers om aan te geven wanneer lagen, splitsen of automatisch harmoniseren worden
gebruikt.
7.
Niveaumeter
De snelheid van elk kanaal wordt aangegeven door één van drie niveau's. Deze display toont tevens de mixerkanaal
aan/uit status.
Drawbar Organ functie
Tijdens de Drawbar Organ bewerkingsfunctie, toont de niveaumeter de positie van elke trekstaaf en de status van elke
percussieparameter.
8.
Het maatslagnummer wordt aangegeven terwijl een ritme, automatische begeleiding of
melodiegeheugenfunctie wordt gebruikt.
9.
Het maatnummer wordt aangegeven terwijl een ritme, automatische begeleiding of de
melodiegeheugenfunctie gebruikt wordt.
D-12
705A-D-014A