Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bewerken Van De Geheugeninhoud - Casio CTK-691 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

CTK691D01‑01.book 66 ページ 2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
Melodiegeheugenfunctie
Bewerken van de
geheugeninhoud
Na opnemen naar het keyboardgeheugen kunt u nog steeds
afzonderlijke noten en parameterinstellingen (zoals
bijvoorbeeld toonnummer) oproepen en naar wens
veranderingen aanbrengen. Dit betekent dat u verkeerd
gespeelde noten kunt corrigeren, tooninstellingen kunt
veranderen, enz.
De volgende types data kunnen worden bewerkt.
Nootintensiteit
Noten
Akkoorden
Toonnummers
Ritmenummer
Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets.

Bewerken van de geheugeninhoud

1.
Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om
de stapopname standbyfunctie in te schakelen
en gebruik vervolgens de [ + ] en [–] toetsen om
een melodienummer (0 tot en met 4) te
selecteren.
1
Knippert
2.
Stel het reeds opgenomen en te bewerken
spoor in m.b.v. de SONG MEMORY TRACK
toetsen.
3.
Druk op de [
] CURSOR toets om de
bewerkingsfunctie in te schakelen.
De REC indicator verdwijnt uit de display en de
STEP indicator gaat knipperen.
D-66
4.
Gebruik de [
] en [
naar de locatie op het spoor te gaan waar de
noot of de parameter zich bevindt die u wilt
veranderen.
Voorbeeld van nootbewerking
1
Snelheid
2
Toonhoogte
5.
Breng gewenste veranderingen aan in de
waarde.
De procedures die u gebruikt voor het
veranderen van een parameter hangen af van het
betreffende type data. Zie
"Bewerkingstechnieken en display-inhoud" op
pagina D-67 voor details.
Herhaal de stappen 4 en 5 om andere parameters
te bewerken.
6.
Druk op de START/STOP toets om het
bewerken te stoppen wanneer u klaar bent.
De enige parameters die kunnen worden bewerkt bij de
sporen 2 tot en met 6 zijn noten en toonnummers.
Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de
Sporen 1 - 6 aan de gang was.
U kunt enkel de toonnummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de sporen 2 tot en met
6 m.b.v. stap-voor-stap opname.
Tijdens real-time opnemen kunt u ritmenummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van Spoor 1
aan de gang was.
U kunt enkel de ritmenummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de spoor 1 m.b.v. stap-
voor-stap opname.
De bewerkingsprocedure kan niet worden gebruikt om
meer data toe te voegen aan de opname.
Gedeelten van een opname kunnen niet naar een andere
plaats worden overgebracht binnen een opname.
De nootlengte kan niet worden veranderd.
] CURSOR toetsen om
705A-D-068A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave