Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Casio CTK-691 Gebruiksaanwijzing pagina 96

Inhoudsopgave

Advertenties

CTK691D01‑01.book 94 ページ 2003年10月23日 木曜日 午前11時40分
DSP algoritmelijst
4:
LFO diepte (Bereik: 0 – 127)
Regelt de diepte van de LFO.
05 : Automatisch Wah (Auto Wah)
Functie
Dit is een "Wah" effect dat automatisch de frequentie kan
beïnvloeden overeenkomstig het ingangssignaal.
Parameters
0:
Ingangsniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal
kan vervormd worden waneer het niveau van
het ingevoerde geluid, het aantal akkoorden of
de resonantiewaarde (Resonance) hoog is. Stel
deze parameter bij om dergelijke vervorming te
elimineren.
1:
Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127)
ARegelt de resonantie van het geluid.
2:
Handbediening (Bereik: 0 – 127)
Regelt de frequenties die gebruikt worden als
de basis voor het wah filter.
3:
Diepte (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt de diepte van het Wah effect
overeenkomstig het niveau van het
ingangssignaal.
Door een positieve waarde in te stellen gaat het
Wah filter open evenrechtig aan de sterkte van
het ingangssignaal waardoor een helder geluid
wordt verkregen.
Specificeren van een negatieve waarde doet het
Wah filter sluiten overeenkomstig de sterkte
van het invoersignaal dat een donkere
toonkwaliteit produceert. Een sterk
invoersignaal doet het Wah filter opnieuw
opengaan zelfs als het gesloten was.
06 : Compressor
Functie
Drukt het ingangssignaal ineen waardoor het effect van
onderdrukte niveauvariatie kan ontstaan hetgeen het
mogelijk maakt om gedempte klanken langer aan te
houden.
Parameters
0:
Diepte (Bereik: 0 – 127)
Regelt de compressie van het geluidssignaal.
D-94
1:
Aanslag (Bereik: 0 – 127)
egelt de mate van aanslag van het
ingangssignaal.
Een kleinere waarde veroorzaakt een
onmiddellijk werking van de compressor die de
aanslag van het ingangssignaal onderdrukt.
Een grotere waarde vertraagt de werking van
de compressor waardoor de aanslag afgegeven
wordt zoals hij is.
2:
Loslaten (Bereik: 0 – 127)
Regelt de tijd van het punt waar het
ingangssignaal beneden een bepaald niveau
daalt tot het punt waar de werking van de
compressor stopt.
Wanneer een aanslaggevoel wenselijk is (geen
compressie bij het inzetten van het geluid), stel
dan deze parameter in op een zo laag mogelijke
waarde.
Stel een hoge waarde in om compressie te allen
tijde uit te oefenen.
3:
Niveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het uitgangsniveau. Het
uitgangsvolume verandert overeenkomstig de
diepte (Depth) instelling en de karakteristieken
van de ingangstoon.
Gebruik deze parameter om dergelijke
veranderingen te corrigeren.
07 : Begrenzer (Limiter)
Functie
Dit is een effector die u kunt gebruiken om de
bovenlimietwaarde in te stellen voor het niveau van het
ingangssignaal.
Parameters
0:
Limiter (Bereik: 0 – 127)
Stel het volumeniveau bij waarvan de limiet
toegepast werd.
1:
Aanslag (Bereik: 0 – 127)
Stelt de aanslaghoeveelheid in van het
invoersignaal.
2:
Loslaten (Bereik: 0 – 127)
Stelt de tijd bij vanaf waar het ingangssignaal
beneden een bepaald niveau daalt totdat de
limietwerking stopt.
3:
Niveau (Bereik: 0 – 127)
Stelt het niveau bij dat afgegeven wordt. Het
uitgangsvolume verandert overeenkomstig de
limiet (Limit) instelling en de karakteristieken
van de ingangstoon.
Gebruik deze parameter om dergelijke
veranderingen te corrigeren.
705A-D-096A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave