4
Gebruik
Standaarduitrusting
In geval van een storing tijdens het regene-
reren, knippert de voorgloei-indicator (2) of
de deeltjesfilterwaarschuwing (3) en klinkt er
een zoemer. Om de zoemer uit te schakelen,
moet u op de resettoets (7) drukken. Neem in
dat geval contact op met uw geautoriseerde
dealer.
Uitvoering 4: regenereren tijdens
stilstand (speciale uitrusting)
WAARSCHUWING
Tijdens het regenereren treden
er hoge temperaturen op in het
deeltjesfilter, het uitlaatsysteem
en de omgeving daarvan. Met
het oog op de brandveiligheid
mogen de uitlaatgassen tijdens
het regenereren niet door een
afzuigsysteem worden afgezogen.
Er mag uitsluitend onder toezicht,
op een geschikte plaats in de
openlucht en uit de buurt van
brandbare materialen worden
geregenereerd. Niet aanraken −
verbrandingsgevaar.
De cabine moet te allen tijde toe-
gankelijk zijn, zodat het regenera-
tieproces indien nodig kan worden
afgebroken met de stopknop (9).
Controleer of de omgeving
waarin de uitlaatgassen worden
uitgestoten schoon is. Indien nodig
reinigen.
Let tijdens het regenereren op
lekkages in het uitlaatsysteem.
Als u mankementen vaststelt,
schakel dan de heftruck uit. Neem
in dat geval contact op met uw
geautoriseerde dealer.
98
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014