4
Gebruik
Werken met een last
Let op het symbool (1) voor de maststand-
herkenning op de displayeenheid indien de
heftruck is uitgerust met automatische hef-
mastpositionering.
Hef het vorkenbord naar de juiste hoogte.
Breng de last voorzichtig boven de laad-
/losplek.
Laat de last voorzichtig zakken tot de vorken
vrij zijn.
Rijd de heftruck achteruit.
Aanhangerkoppeling
OPMERKING
De aanhangerkoppeling wordt gebruikt om
op locatie aanhangwagens te trekken. De
nationale voorschriften voor het gebruik van
onberemde aanhangwagens aan heftrucks
moeten worden opgevolgd.
Draai de greep (1) van de trekpen 90° naar
achteren en trek hem omhoog.
Duw de vangmuilkoppeling in de koppelbus
(2).
Druk de trekpen tegen de veerdruk in
omlaag, draai hem 90° en klik hem in de
vergrendeling vast.
142
Bedieningshandleiding – 396 801 15 09 NL – 06/2014