Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Paneelbeschrijvingen; Voorkant Paneel - Roland Fantom Xa Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Paneelbeschrijvingen

Voorkant paneel

fig.Front
1
2
15
1
D BEAM
Schakelt D Beam functie aan/uit. U kunt, simpelweg door uw hand
te bewegen, een variatie aan effecten op geluiden toepassen (p.80)
[PAD TRIGGER]
U kunt de D Beam controller gebruiken om te regelen hoe de Pads
klinken. (p.82)
[SOLO SYNTH]
Bespeel de Fantom-Xa als een monofonische synthesizer.(p.81)
[ASSIGNABLE]
U kunt een variatie aan parameters en functies toekennen aan de D
Beam om het geluid in realtime te veranderen. (p.82)
* Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op één van de
corresponderende knoppen om in het D Beam instellingen venster te
komen.
2
VOLUME knop
Regelt het algehele volume dat aan achterkant van het paneel wordt
uitgestuurd.
OUTPUT A (MIX) jacks en PHONES jack. (p.16)
[V-LINK]
Schakelt de V-LINK functie aan/uit.(p.212)
Druk op deze knop om in het V-LINK instellingen venster te komen.
3
ARP/RHY
BEAT (Beat indicator)
Dit knippert synchroon met het tempo en de beat.
[ARPEGGIO]
Schakelt de ARPEGGIO aan/uit (p.86).
[HOLD]
Schakelt de Arpeggio Hold functie aan/uit (p.87).
[RHYTHM]
Schakelt de RHYTHM aan/uit (p.94).
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [ARPEGGIO] of [RHYTHM]
om in het ARPEGGIO of RHYTHM instellingen venster te komen.
4
REALTIME CONTROL
REALTIME CONTROL knop (
Afhankelijk van de toegekende parameter of functie, kunt u deze
knoppen gebruiken om het geluid in realtime te wijzigen.(p.83)
12
3
4
6
5
)
7
11
10
8
12
9
ASSIGNABLE switch ([
Gebruik deze knoppen om parameters en functies te wisselen en het
geluid in realtime te wijzigen (p.84).
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op (of roteer) één van bovenstaande
schakelaars (of knoppen) om in het corresponderende instellingen
venster te komen.
[OCTAVE] (+/-)
Transponeert de toonhoogte van het keyboard in eenheden van 1
octaaf (-3- +3 octaven) (p.33).
* Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [OCTAVE] om de pitch
(toonhoogte) in halve tonen te transponeren (p.33).
5
SEQUENCER
Voer sequencer handelingen, zoals afspelen en opnemen uit.
[TEMPO]
Stelt het tempo in (BPM) (p.120, p.123)
[PATTERN]
Geeft u de mogelijkheid patronen bewerken en op te nemen (p.123,
p.124, p.128).
[LOOP PLAY]
Zet Loop Play aan/uit (p.121).
[ERASE/UNDO]
Annuleert de meest recente song bewerking of opname handeling.
[
]
Verplaatst de positie van de song naar boven. Als u hierop tijdens
het afspelen drukt, zult u terugkeren naar het begin van de song en
stoppen. (p.120).
[
] [
]
Verplaatst de positie van de song naar de eerste beat van de
voorgaande of volgende maat (p.120).
[
]
Regelt het stoppen van de sequencer.
[
]
Regelt sequencer play.
* Wanneer gestopt, kunt u [SHIFT] ingedrukt houden en op
drukken om MIDI update uit te voeren (p.120).
[
]
De display verandert in het Recording Standby venster. (p.124,
p.128)
Als u hierop tijdens het opnemen drukt, zal de Rehearsal functie
worden geactiveerd (p.127).
13 14
], [
])

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave