Basiswerking van de Fantom-Xa
fig.PadDirect
Een naam toekennen
Bij de Fantom-Xa kunt u namen aan elke Patch, ritme set,
Performance, Song, Sample en Patroon toekennen. De werkwijze is
hetzelfde voor alle data.
fig.PatchName
1.
Druk op
of
om de cursor te verplaatsen naar de
plaats waar u een tekentje in wilt voeren.
2.
Draai aan de Value draaischijf of druk op [INC]/[DEC] om
het tekentje te specificeren.
• [F2(TYPE)]:
Selecteert het soort teken. Iedere keer,
wanneer u hier op drukt, kunt u afwisselend
het eerste teken van een tekenset selecteren:
hoofdletter (A), kleine letter(a) of getallen en
symbolen (0).
• [F3(DELETE)]:
Verwijdert het teken op de plek, waar de
cursor zich bevindt. [F4(INSERT)]: Voegt een
ruimte in op de plek, waar de cursor zich
bevindt.
•
of
:
Verplaats de cursor.
•
,
:
Wissel af tussen hoofdletters en kleine letters.
* Als u besluit om uw invoer te annuleren, dient u op [F5 (Cancel)] te
drukken.
Beschikbare tekens/symbolen
spatie, A–Z, a–z, 0–9, ! " # $ % & ` ( ) + , - . / : ; < = > ? @ [ \ ] ^ _
` { | }
Vanuit een benamingsvenster kunt u op [MENU] drukken en
"1.Undo" selecteren om de naam die gebruikt werd, voordat u
het veranderde, terug te laten keren. Vanuit [MENU] kunt u "2.
To Upper" selecteren of op
cursor zich bevindt in een hoofdletter te veranderen. Vanuit
[MENU] kunt u "3. To Lower" selecteren of op
om het teken waar de cursor zich bevindt te veranderen in een
kleine letter.Vanuit [MENU] kunt u "4. Delete all" selecteren
om alle tekens, die u aan het invoeren bent, te wissen.
Song bestandsnamen mogen geen kleine letters of bepaalde
symbolen bevatten: ( " + , ./: ; < = > ? [ \ ] |).
28
drukken om het teken waar de
drukken
De Pads gebruiken om tekens te
specificeren
U kunt de Pads gebruiken om tekens te specificeren.
Door een Pad één of meerdere keren in te drukken , kunt u
achtereenvolgens de letters, getallen en symbolen selecteren. Als u
bijvoorbeeld herhaaldelijk op Pad 1 drukt, kunt u als volgt door de
beschikbare keuzes heen lopen: 1 → A → B → C → 1 → A...
• U kunt tussen hoofdletters en kleine letters als in te voeren
teken switchen, door op [F1(CAPS LOCK)] te drukken en een
vinkje toe te voegen.
• Druk op PAD [0] (SPACE) om het teken op de plek, waar de
cursor zich bevindt, te vervangen door een spatie.
fig.PAD