Instellingen
8.1.2.1
verstelbare klep instellen
De neiging van de verstelbare klep (1) bepaalt
het afgiftepunt, waar het product op de
strooischijven (2) komt.
Om een gelijkmatige dwarsverdeling te bereiken,
moet het afgiftepunt op de strooischijven zo ver
mogelijk naar voren liggen.
Wordt het afgiftepunt verder naar achteren
verlegd:
•
wordt de doorvoer vergroot,
•
verslechtert de dwarsverdeling.
Het instellen van de verstelbare klep moet aan
beide zijden gelijkmatig plaats vinden, om op
beide strooischijven een gelijk afgiftepunt te
vinden:
1. Beveilig de trekker en de machine tegen
ongecontroleerd starten en wegrollen.
2. Draai de contramoer (3) van de verstelbout
(5) los.
3. Verdraai de verstelmoer (4), zo, dat de
afstandmaat X tussen de aanslag (6) en de
verstelhoek (7):
•
verkleind, dan wordt het afgiftepunt
naar voren verlegd,
•
vergroot, dan wordt het afgiftepunt
naar achteren verlegd.
4. Trek de contramoer weer aan, om de
verstelbare klep in de nieuwe stand vast te
zetten.
130
Fig. 66
VS 2403 Stand 03.08