Gebruik van de machine
9.2.1
Maatregelen als de toerentalcontrole begint te werken
9.2.2
Verstoppingen / blokkeringen met de hand opheffen
144
Stopt de toerentalcontrole de aandrijving van de bodemketting:
•
weerklinkt een claxon, gelijktijdig licht de rode controlelamp
"Bodemketting stop" op de bedieningskast op,
•
kan een verstopping van de strooiwalsen door een ontoelaatbare
ophoping van product voor de strooiwalsen hebben
plaatsgevonden, zo dat de nokkenschakelkoppeling de
aandrijflijn naar de strooiwalsen onderbreekt,
•
kunnen vreemde voorwerpen een/de strooischij(f)ven blokkeren,
zo dat de nokkenschakelkoppeling de aandrijflijn naar de
betrokken strooisch(f)ven onderbreekt,
•
kan de bodemketting kortstondig met de toets "Bodemketting
CHECK" op de bedieningskast in aandrijf- en reverseerrichting
(voorwaarts, en achterwaarts) worden ingeschakeld.
Door de bodemketting voor korte tijd uit te schakelen kunnen
ontoelaatbare bedrijfstoestanden bij het 2-walsen-
strooimechanisme vaak vanaf de bestuurderszitplaats worden
opgelost.
1. Schakel de hydraulische aandrijving van de bodemketting en de
aftakas van de trekker onverwijld uit.
2. Bedien de toets "Bodemketting CHECK" op de bedieningskast in
reverseerrichting (Terugdraaien) en laat de aandrijfrichting van
de bodemketting kortstondig reverseren.
3. Schakel de aftakas op de trekker in.
4. Laat de aftakas van de trekker met gevoel aanlopen, zodat de
walsen zich vrij kunnen werken.
5. Werkt de toerentalcontrole:
•
niet weer, dan kunt u de hydraulische aandrijving voor de
bodemketting weer inschakelen en het strooien voortzetten,
•
opnieuw, moet u de verstopping / blokkering met de hand
opheffen.
1. Open de kogelblokkeerkraan van de kap over de strooiwalsen.
2. Open de kap over de strooiwalsen.
3. Beveilig de trekker en de machine tegen ongecontroleerd starten
en wegrollen.
4. Beveilig de kap over de strooiwalsen tegen ongecontroleerd
zakken. Let hierbij op het hoofdstuk "Kap over de strooiwalsen",
pagina 67.
5. Verhelp de verstoppingen / blokkeringen.
6. Open de kogelblokkeerkraan van de kap over de strooiwalsen.
7. Sluit de kap over de strooiwalsen.
8. Beveilig de kap over de strooiwalsen tegen ongecontroleerd
openen. Let hierbij op het hoofdstuk "Kap over de strooiwalsen",
pagina 67.
9. Vervolg het strooien.
VS 2403 Stand 03.08