Netwerken
●
Ethernet
●
TCP/IP
●
IPv6-instellingen
●
3.
Selecteer Inschakelen,
4.
Om het adres te configureren, opent u het menu
5.
Gebruik het toetsenblok om het adres in te voeren en selecteer vervolgens OK.
Instellingen voor koppelingssnelheid en duplex
OPMERKING:
De verbindingssnelheid en communicatiemodus van de scanserver moeten overeenkomen met die van de
netwerkhub. In de meeste gevallen dient u het apparaat in de automatische modus te laten. Onjuiste wijzigingen
van de netwerkverbindingssnelheid en de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken hebben mogelijk tot gevolg
dat het apparaat niet met andere netwerkapparaten kan communiceren. Gebruik het bedieningspaneel op het
apparaat om wijzigingen aan te brengen.
OPMERKING:
netwerkhub, switch, gateway, router of computer).
OPMERKING:
weer ingeschakeld. Breng alleen wijzigingen aan wanneer het apparaat inactief is.
1.
Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van het product totdat het menu
weergegeven. Raak het pictogram
2.
Open de volgende menu's:
Netwerken
●
Ethernet
●
Verbindingssnelh.
●
3.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Automatisch: De scanserver stelt automatisch de hoogste verbindingssnelheid en de
●
communicatiemodus in die op het netwerk zijn toegestaan.
10T
●
10T
●
10T
●
100TX
●
100TX
●
110 Hoofdstuk 4 De scanner beheren
Aan
en vervolgens OK.
Deze informatie geldt alleen voor ethernetnetwerken, niet voor draadloze netwerken.
De productinstelling moet overeenkomen met de instelling van het netwerkapparaat (een
Wanneer u aan deze instellingen wijzigingen aanbrengt, wordt het apparaat uit- en vervolgens
Instellingen
half: 10 megabytes per seconde (Mbps), half-duplexwerking
vol: 10 Mbps, volledige duplexwerking
Auto: 10 Mbps, automatische duplexwerking
half: 100 Mbps, half-duplexwerking
vol: 100 Mbps, volledige duplexwerking
Handmatige instellingen
aan om het menu te openen.
en selecteert u vervolgens Adres.
Instellingen
wordt
NLWW