7. Trek de papieruitvoerlade (E) uit en open het verlengstuk van de uitvoerlade (F).
8. Open op uw computer documenten of afbeeldingen die u wilt afdrukken.
De toepassingssoftware die aan documenten en afbeeldingen is gekoppeld, wordt gestart.
9. Selecteer Afdrukken (Print) in het menu van de toepassing.
10. Stel het papierformaat, het soort papier, enz. in overeenstemming met het geplaatste
papier in.
30