Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
Stap 4
Diepte-reiniging (Deep Cleaning)
Druk na een dieptereiniging van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer dit:
Stap 1
Als u de procedure tot en met stap 4 hebt uitgevoerd en het probleem niet is opgelost, schakelt u de printer uit
en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur later nogmaals uit. Koppel het netsnoer niet los wanneer
u het apparaat uitschakelt.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, voert u een inktvervanging uit.
Een inktvervanging vraagt veel inkt. Als u vaak een inktvervanging uitvoert, vraagt dat veel inkt. Voer daarom
alleen een inktvervanging uit als het nodig is.
Belangrijk
• Als een inktvervanging wordt uitgevoerd wanneer het resterende inktniveau onvoldoende is, kan een
fout optreden. Controleer het resterende inktniveau voordat u een inktvervanging uitvoert.
Inktvervanging (Ink Flush)
Als het controleraster voor spuitopeningen ook na het uitvoeren van een inktvervanging niet correct wordt
afgedrukt, raadpleegt u Installatie van de printkop controleren.
Als de afdrukresultaten niet gelijkmatig zijn (de evenwijdige lijnen zijn
bijvoorbeeld niet correct afgedrukt):
Lijn de printkop uit.
Stap
Vanaf de printer
De Printkop uitlijnen
Vanaf de computer
De positie van de printkop automatisch aanpassen
98