4.4.2. Binnenunit
Code
Beschrijving
Storing
Storing kamertempera-
F13
tuursensor
Storing warmwatertempe-
F14
ratuursensor
Storing koel/verwarmings-
F15
watertemperatuursensor
Storing water uitlaat
F16
temperatuursensor
Storing water inlaat
F17
temperatuursensor
Storing binnen
F18
platenwisselaar
Storing in temperatuursen-
F21
sor mengklep 1
Storing temperatuursensor
F22
mengklep 2
Communicatiestoring tus-
F25
sen bedieningspaneel en
binnen- of buitenprintplaat
F27
Storing indoor-EEPROM
Waterpomp PWM
F28
signaalfeedbackstoring
F29
Storing in mengklep 1
F30
Storing mengklep 2
Beveiliging
Beveiliging tegen bevrie-
S01
zing tijdens koeling
S02
Te klein waterdebiet
Storing waterstroomscha-
S03
kelaar
S04
Communicatiestoring
|
70
CUBE HP COMBI S
Knipper
Bedrijfsstatus
tijden
van de unit
Controleer of de kamertemperatuursensor niet open of kortgesloten is of de
7
Unit stopt
waarde niet te veel afwijkt. Indien nodig vervangen.
Controleer of de sanitairwarmwatertemperatuursensor niet open is, geen kort-
3
Unit stopt
sluiting maakt en of de waarde niet te veel afwijkt. Indien nodig vervangen.
Compressor
Controleer of de koel/verwarmings watertemperatuur sensor niet open of kort-
6
stopt
gesloten is of de waarde niet te veel afwijkt. Indien nodig vervangen.
Controleer of de wateruitlaat temperatuur sensor van de unit niet open is, geen
4
Unit stopt
kortsluiting maakt en of de waarde niet te veel afwijkt. Indien nodig vervangen.
Controleer of de waterinlaat temperatuur sensor van de unit niet open is, geen
5
Unit stopt
kortsluiting maakt en of de waarde niet te veel afwijkt. Indien nodig vervangen.
Controleer of de binnentemperatuursensor niet open of kortgesloten is en of de
8
Unit stopt
waarde niet te veel afwijkt. Indien nodig vervangen.
Apparaat blijft
werken, meng-
Controleer of TV1 temperatuur sensor niet open of kortgesloten is en of de
11
klep 1 uitgang
waarde niet te veel afwijkt. Indien nodig vervangen.
vast op 0.
Apparaat
blijft werken,
Controleer of TV2 temperatuur sensor niet open of kortgesloten is en of de
12
mengklep 2
waarde niet te veel afwijkt. Indien nodig vervangen.
uitgang vast
op 0.
Communicatiestoring tussen bedieningspaneel en binnen- of buitenprintplaat.
Controleer de tussenliggende kabelverbinding. Controleer of de laatste drie
Unit stopt
schakelaars op de voedingsprintplaat voor buiten op 001 staan; of vier schake-
laars op de printplaat voor binnen op 1000 staan. Unit herstelt zich wanneer de
communicatie hersteld is.
Onderbreek de stroomvoorziening van het toestel, verbind CN213-5 en
Unit blijft
CN213-6 met elkaar, schakel het toestel opnieuw in en onderbreek vervolgens
13
werken
de stroomvoorziening en annuleer de verbinding. Indien nog steeds niet oké,
vervang dan de binnen printplaat.
Unit blijft
Controleer de kabelverbinding van de waterpomp; controleer de stroomtoevoer
14
werken
naar de waterpomp; controleer of de waterpomp niet defect is.
Apparaat blijft
werken, meng-
Controleer MV1-kabelverbinding; controleer printplaat uitgangsspanningssignaal;
17
klep 1 uitgang
controleer of MV1 niet defect is.
vast op 0.
Apparaat blijft
werken, meng-
Controleer MV2 kabelverbinding; controleer printplaat uitgangsspanningssignaal;
18
klep 2 uitgang
controleer of MV2 niet defect is.
vast op 0.
Compressorsnelheid omlaag als temperatuur verdamper lager is dan 2 °C;
Compressor stopt als spoeltemperatuur lager is dan -1 °C; Compressor herstart
als verdamper temperatuur hoger is dan 6 °C.
Compressor-
1. Controleer of de ingestelde temperatuur voor koeling niet te laag is; of het
snelheid om-
systeem geen te klein waterdebiet heeft; controleer het watersysteem, vooral
laag of stop
het filter.
2. Controleer of het systeem voldoende koelmiddel bevat door de verdam-
pingsdruk te meten.
3. Controleer of de omgevingstemperatuur niet lager is dan 15 °C.
Het waterdebiet van het systeem is lager dan het minimaal toegestane debiet.
Compressor
Controleer het watersysteem, vooral het filter; controleer de werking van de
stopt
waterpomp.
Waarschuwing
De waterstroomschakelaar werkt niet. Controleer of de debietschakelaar al dan
maar toestel
niet defect is of niet goed is aangesloten.
blijft werken
Communicatiegegevens gingen te veel verloren. Controleer of de communi-
catiekabel niet langer is dan 30 m; of er geen storingsbron in de buurt van het
Unit stopt
toestel is. De eenheid herstelt zich wanneer de communicatie hersteld is.
Oplossing