3.4 Continue infusiesnelheid aanpassen
Bespreek en bepaal een frequentie voor het vervangen van spuiten met
uw patiënt op basis van de behoeften van de patiënt. Bespreek dit
schema opnieuw met uw patiënt als de continue infusiesnelheid wordt
gewijzigd.
Er kunnen maximaal 3 verschillende continue infusiesnelheden (Basis,
Hoog, Laag) worden ingesteld zodat de patiënt tot 3 vooraf ingestelde
snelheden gedurende de dag kan kiezen. Basis moet worden gebruikt
als de standaard continue infusiesnelheid. Hoge en lage snelheden zijn
optionele alternatieve snelheden voor de basissnelheid. De pomp
voorkomt dat Laag hoger is dan Basis en voorkomt dat Hoog lager is dan
Basis.
Voor patiënten die geen verschillende continue infusiesnelheden nodig
hebben, kunnen de hoge en/of lage snelheden worden uitgeschakeld.
Stel de hoge en/of lage snelheid in op dezelfde waarde als de
basissnelheid als u de hoge en/of lage snelheid wilt uitschakelen
(uitzetten).
De continue infusiesnelheid van de pomp varieert van 0,15 ml/u tot
1,25 ml/u en kan worden ingesteld met stappen van 0,01 ml/u.
Continue infusiesnelheid aanpassen
1. Ga naar Snelheid instellen in het
menu Instellingen arts.
a. Gebruik de pijltoetsen om naar
Snelheid instellen te navigeren.
b. Druk op KIES om de snelheid te
wijzigen.
Opmerking: druk op TERUG om terug
te keren naar het scherm Status.
2. Stel de continue infusiesnelheid in.
a. Druk op JA als u een snelheid wilt
wijzigen.
Opmerking: het scherm Snelheid
instellen? geeft de huidige ingestelde
waarden weer. Druk op NEE als u de
snelheid niet wilt wijzigen.
Behandeling instellingen wijzigen
25