BLK........................ Zwart
BLU........................ Blauw
BRN ....................... Bruin
GRN....................... Groen
GRY ....................... Grijs
ORG ...................... Oranje
PNK ....................... Roze
RED ....................... Rood
WHT ...................... Wit
YLW ....................... Geel
Het bedradingsschema op de buitenunit geldt alleen
OPMERKING
voor de buitenunit.
Zie voor de binnenunit of optionele elektrische
componenten
binnenunit.
12.3. Systeemoverzicht lokale bedrading
De locale bedrading bestaat uit de voeding (altijd inclusief aarding)
en de binnen-buitencommunicatiebedrading (=transmissie).
12.4. Eisen
De voeding moet worden beschermd met de vereiste veiligheids-
inrichtingen. Dit betekent een hoofdschakelaar, een trage zekering op
elke fase en een aardlekbeveiliging conform de geldende wetgeving.
Raadpleeg voor het kiezen en op maat maken van de bedrading de
geldende wetgeving. De informatie in de onderstaande tabel is
daarop gebaseerd:
Fase en
frequentie
Spanning
EMRQ8
3N~ 50 Hz
380~415 V
EMRQ10
3N~ 50 Hz
380~415 V
EMRQ12
3N~ 50 Hz
380~415 V
EMRQ14
3N~ 50 Hz
380~415 V
EMRQ16
3N~ 50 Hz
380~415 V
Transmissiebedrading
dient
2
hebben van 0,75~1,25 mm
. Voor de transmissiebedrading bedraagt
de maximale draadlengte 1000 m.
Als de totale transmissiebedrading deze grenswaarden overschrijdt,
dan kan dat leiden tot communicatiestoringen.
12.5. Routering
Het is belangrijk om de voedingskabels en de transmissiebedrading
van elkaar gescheiden te houden. Om elektrische storing te
voorkomen dient de afstand tussen beiden overal minimaal 25 mm te
bedragen.
Routing van transmissiebedrading
De transmissiebedrading dient te worden samengebonden en samen
met de lokale leidingen als volgt te worden gelegd:
3
6
2
4
6
1
5
6
Lokale leidingen kunnen van links, rechts of de voorzijde worden
gelegd. Zie
"10.2. De koelmiddelleiding aansluiten" op pagina
EMRQ8~16AAY1
Daikin Altherma buitenunit
4PW61262-1B – 2013.11
het
bedradingsschema
van
Max.
Aanbevolen
stroomsterkte
zekeringen
17,1 A
22,1 A
22,3 A
32,8 A
33,0 A
een
dwarsdoorsnedeoppervlak
1
Vloeistofleiding
2
Persgasleiding
3
Kleefband
4
Zuiggasleiding
5
Transmissiebedrading
6
Isolatiemateriaal
Routing voedingskabel
De voedingskabel kan van de voorzijde, de linker- en de rechterzijde
worden gelegd.
1
Linker- en rechterzijde. De kunststofgeleide-openingen aan de
linker- en de rechterzijde kunnen als volgt worden geopend:
de
1
2
3
4
5
2
Voorzijde.
Om de voedingskabel via de voorzijde te leggen kunt u de
uitbreekopeningen gebruiken:
20 A
25 A
25 A
40 A
40 A
te
1
2
3
Voorzichtigheid bij het uitslaan van uitbreekopeningen
■
Het uitslaan van een uitbreekopening gebeurt met een hamer.
■
Wij adviseren u om na het openen van de uitbreekopeningen de
bramen te verwijderen en de randen en delen rond de openingen
met reparatieverf te lakken om roestvorming te voorkomen.
■
Wanneer u elektrische bedrading door de uitbreekopeningen
steekt, voorkom dan beschadiging van de bedrading door deze
met tape te omwikkelen, ze op die plaats door kabelbuizen
(levering door opdrachtgever) te laten lopen, door kabel-
klemmen aan te brengen of door in de uitbreekopeningen
rubberen kabelmoffen te installeren.
13.
4 5
3
2
Voeding in een geleiding
Kabelgeleider
Voedingskabel
Snijd voor gebruik het gearceerde deel eraf.
Door openingsafdekking
1
2
Uitbreekopening
Braam
Als het risico bestaat dat kleine dieren via de
uitbreekopeningen het systeem binnendringen,
dicht de openingen dan af met verpakkingsmateriaal
(op locatie voor te bereiden).
1
3
Installatiehandleiding
20