UITGAVE 07 /2005
GEBRUIKSAANWIJZING
6.2.2
MONTAGE VAN DE VENTIELSTANG EN HET PISTOOL
1. Afdichtschroef (F), afdichtmanchet (G), drukstuk (H), de 6 schotelveren (I) en drukring
(K) op de ventielstang (E) schuiven.
Aanwijzing:
De schotelveren (I) moeten afwisselend gerangschikt zijn.
2. Zo voorgemonteerde ventielstang in de pistoolbehuizing plaatsen.
3. De sluitschroef (F) indraaien en voorzichtig slechts zo ver aandraaien, tot bij het
verschuiven van de ventielstang (E) een lichte weerstand voelbaar is.
4. Montage van zuiger (D), drukveer (B) en spanmoer (A) in omgekeerde volgorde volgens
paragraaf 6.2.1, stappen 5 t/m 2.
BESTELNUMMER DOC0350947
GA 250AL_GA 400AL
.
24