Gebruik
Instelling
Omschrijving
Freq.
Ademsnelheid of aantal ademhalingen per
(ademsnelheid)
minuut.
Omgekeerd evenredige beademing is niet
toegestaan.
Stijgtijd
Snelheid waarmee de inademingsdruk
toeneemt tot de ingestelde (streef) druk.
Pas de stijgtijd- of I-tijd-instelling aan als de
stijgtijd onvoldoende is om de
IPAP-streefdruk te bereiken.
Trigger
Initiatiegevoeligheid. Auto-Trak+ hanteert verschillende algoritmes voor het bepalen van
(optioneel)
het punt waarop de inademing begint. Hoe hoger de waarde, des te gevoeliger de initiatie
is (d.w.z. de patiënt kan de inademing gemakkelijker initiëren). De Auto-Trak-instelling
Normaal wordt gebruikt wanneer Auto-Trak+ niet is ingeschakeld.
Dit is alleen van toepassing wanneer de Auto-Trak+-functie is geïnstalleerd.
V
Het streefademvolume dat tijdens de inademing wordt toegediend. Het
T
(streefademvolu
beademingsapparaat bereikt dit doel door de inademingsdruk bij iedere ademhaling aan
me AVAPS)
te passen.
Alleen van toepassing in de AVAPS-modus.
6-26
Tabel 6-3: Modi en regelinstellingen met hun bereik (vervolg)
Tabel 6-4 geeft een lijst van de instelbare alarmen. (Zie voor een volledige lijst
van niet-instelbare alarmen, inclusief de alarmen Patiënt los, Blokkering,
Drukregeling hoog en andere alarmen Tabel 9-3 op pagina 9-8.)
Instelling
Hg freq (alarm Hoge
frequentie)
Lg freq. (alarm Lage
ademsnelheid)
Hg V
(alarm Hoog
T
ademvolume)
Resulterende
Toont wanneer de
I:E-verhouding
I:E-verhouding invers
wordt
Voorgestelde stijgingshoek ten
opzichte van EPAP en IPAP
Tabel 6-4: Alarminstellingen
Omschrijving
Hoge totale ademsnelheid.
Lage totale ademsnelheid.
OPMERKING: In andere modi dan de CPAP-modus is het
alarm Lg freq in wezen uitgeschakeld
wanneer het onder de ingestelde
ademsnelheid is ingesteld.
Hoog expiratoir
ademvolume.
Bereik
4 t/m 60 BPM
1 t/m 5
(1 is het snelst)
Normaal,
+1 t/m +7
200 t/m
2000 ml
Bereik
5 t/m 90 BPM
1 t/m 89 BPM
200 t/m 3500 ml