Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik
Alarminstellingen
wijzigen
Masker en
uitademingspoort
selecteren
6-12
WAARSCHUWING: Om letsel bij de patiënt te voorkomen is het van belang om de
alarminstellingen niet op extreme waarden in te stellen. Dit kan
het alarmsysteem nutteloos maken.
Sommige instellingen voor het beademingsalarm kunnen door de gebruiker
worden ingesteld. U kunt deze te allen tijde aanpassen. Tabel 6-4 op
pagina 6-26 toont een lijst van alarminstellingen en hun bereik.
Bekijk de alarminstellingen en pas ze als volgt aan:
1. Open het venster Alarminstellingen.
2. Kies de gewenste instelling, pas deze aan en kies Accepteren om toe
te passen.
Het beademingsapparaat activeert een alarm wanneer een geobserveerde
waarde buiten het bereik valt dat door de alarmlimieten is vastgelegd.
Om volledige lekkagegegevens en correcte teug- en minuutvolumes weer te
kunnen geven, moet het apparaat de opzettelijke lekeigenschappen van het
specifieke masker of de specifieke patiëntinterface en uitademingspoort
kennen.
OPMERKING:
Selectie van patiëntinterface(masker)lek is alleen van
toepassing in beademingsmodi. Tijdens hoge-flowtherapie is er
geen lekselectie beschikbaar (HFT).
Na inschakeling worden de huidige masker- en poortinstellingen 5 minuten
weergegeven in de lijst Berichten.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
