Overige specificaties
Tabel 11-13: Overige specificaties
Parameter/kenmerk
Verwachte levensduur van
beademingsapparaat
Flowtoediening
Flowbereik
Opstartduur
Initiatie, overgang en
lektolerantie
Inspiratie- en expiratiedruk
dalen na storing in de
apparatuur, gemeten bij de
patiëntaansluiting, wanneer het
aanbevolen beademingssysteem
in gebruik is.
De maximale tijd die nodig is
om de O
-concentratie in het
2
toegediende volume te
veranderen van een
volumefractie van 21% naar
90% met behulp van het
beademingsapparaat voor het
ergste scenario of het maximale
interne volume voor het
beademingssysteem van het
beademingsapparaat.
De 10 s gemiddelde ingangsflow
die het beademingsapparaat
nodig heeft voor elk gas bij een
druk van 280 kPa
De 3 s gemiddelde maximale
tijdelijke ingangsflow die het
beademingsapparaat nodig heeft
voor elk gas bij een druk van
280 kPa
*
Operationele akoestiek
ISO/FDIS 80601-2-12:2010
201.9.6.2.1.101
* In overeenstemming met testmethoden in uitgave 3
Technische specificaties
Specificatie
10 jaar
150 l/min bij 40 cmH
O op 1951 m hoogte
2
0 t/m 240 l/min BTPS
9 seconden na inschakelen gereed voor beademing
Digitale Auto-Trak-gevoeligheidsalgoritmes (zie
'Auto-Trak-gevoeligheid' op pagina 4-3)
< 2,0 cmH
O (bij 60 l/pm)
2
< 1,0 cmH
O (bij 30 l/pm)
2
Het beademingsapparaat past O
één ademhaling.
FiO
binnen het gastoedieningssysteem en het
2
volledige ademhalingscircuit wordt aangepast met
de volgende snelheid:
Tot 18 seconden voor een toegediend volume van
500 ml
Tot 17 seconden voor een toegediend volume van
200 ml
107 sl/min
130 sl/min
Het gemiddelde geluidsniveau is minder dan 45 dB(A)
bij meting op 1 m afstand van het beademings-
apparaat.
aan binnen
2
11-11