3.3. VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
De sterilisator is uitgerust met de volgende veiligheidsvoorzieningen, waarvan we een korte beschrijving van hun functie bijvoegen:
• Netzekeringen (zie gegevens in de overzichtstabel)
Beveiliging van het gehele het apparaat tegen mogelijke storingen van de verwarmingselementen.
Actie: stroomonderbreking.
• Elektronische circuit veiligingheidszekeringen (zie gegevens in de overzichtstabel)
Beveiliging tegen uitval van het primaire circuit van de transformator en laagspanningsgebruikers.
Actie: onderbreking van één of meer elektrische laagspanningscircuits.
• Thermische stroomonderbrekers op netspanningswikkelingen
Bescherming tegen oververhitting van de pompmotoren en de primaire wikkeling van de transformator.
Actie: tijdelijke onderbreking (tot aan afkoeling) van de wikkeling.
• Veiligheidsklep
Bescherming tegen overdruk in de sterilisatiekamer.
Actie: stoomafvoer en herstel van de veiligheidsdruk.
• Veiligheidstermostaat met handmatige reset stoomgeneratoren
Bescherming tegen oververhitting van de stoomgenerator.
Actie: stroomonderbreking van de stoomgenerator.
• Veiligheidstermostaat met handmatige reset kamerverwarmingsweerstand
Bescherming tegen oververhitting van het verwarmingselement van het drukreservoir.
Actie: stroomonderbreking van de kamerweerstand.
• Microveiligheidsschakelaar voor deurpositie
Controle op de juiste sluitstand van de deur van het drukreservoir.
Actie: signalering van de verkeerde positie van de deur.
• Gemotoriseerde deurvergrendeling met elektromechanische beveiliging (van de drukschakelaar)
Bescherming tegen het per ongeluk openen van de deur (zelfs in het geval van een black-out).
Actie: voorkomen van het per ongeluk openen van de deur tijdens het programma.
• Microschakelaar beveiliging van het deurvergrendelingsmechanisme
Controle op de juiste sluitpositie van het deurvergrendelingssysteem.
Actie: signalering van het falen of de onjuiste werking van het deurvergrendelingsmechanisme.
• Zelfnivellerend hydraulisch systeem
Hydraulische systeemstructuur voor spontane druknivellering in geval van handmatige cyclusonderbreking, alarm of black-out.
Actie: automatisch herstel van de atmosferische druk in de sterilisatiekamer.
• Geïntegreerd evaluatiesysteem voor het sterilisatieproces
Continue verificatie van de parameters van het sterilisatieproces, volledig beheerd door een microprocessor.
Actie: onmiddellijke onderbreking van het programma (in geval van een anomalie) en het produceren van een alarm.
• Monitoring van de werking van de sterilisator
Real-time toezicht op alle belangrijke parameters bij ingeschakelde machine.
Actie: productie van alarmberichten (in geval van anomalie) met eventuele onderbreking van de cyclus.
3.4. EIGENSCHAPPEN VAN HET VULWATER
BESCHRIJVING
DROOG RESIDU
SILICIUMOXIDE SiO
2
IJZER
CADMIUM
LOOD
RESTANTEN VAN ZWARE METALEN (met
uitzondering van ijzer, cadmium en lood)
CHLORIDEN
FOSFATEN
GELEIDBAARHEID BIJ 20°C
pH WAARDE
UITERLIJK
HARDHEID
Controleer bij de aankoop van gedistilleerd water altijd of de door de fabrikant opgegeven eigenschappen en specificaties overeenkomen met
die in de tabel.
Het gebruik van water voor het opwekken van stoom met de aanwezigheid van verontreinigingen op niveaus die hoger zijn dan in de
bovenstaande tabel is aangegeven, kan de levensduur van de sterilisator aanzienlijk verkorten.
Dit kan ook leiden tot een toename van de oxidatie op gevoeligere materialen en een toename van kalksteenresten op de generator,
de ketel, de interne steunen, de laden en de instrumenten.
WAARDEN IN HET TOEVOERWATER
< 10 mg/l
< 1 mg/l
< 0,2 mg/l l
< 0,005 mg/l
< 0,05 mg/l
< 0,1 mg/l
< 2 mg/l
< 0,5 mg/l
< 15 µS/cm
5 - 7
kleurloos, transparant, zonder sediment
< 0,02 mmol/l
CONDENSATIEWAARDEN
< 1 mg/l
< 0,1 mg/l
< 0,1 mg/
< 0,005 mg/l
< 0,05 mg/l
< 0,1 mg/l
< 0,1 mg/l
< 0,1 mg/l
< 3 µS/cm
5 - 7
kleurloos, transparant, zonder sediment
< 0,02 mmol/l
NL
13