Inhoudsopgave
Advertenties
4.5. ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
De gegevens staan op het identificatieplaatje aan de achterzijde van de machine.
De sterilisator moet volgens de geldende wet- en/of regelgeving worden aangesloten op een stopcontact met voldoende capaciteit voor de absorptie
van het apparaat en voorzien zijn van een aarding.
Het stopcontact moet op passende wijze worden beveiligd door middel van thermomagnetische en differentieelschakelaars met de volgende
kenmerken:
• Nominale stroom I
n
• Differentiële stroom I
Dn
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door de installatie van de sterilisator op ongeschikte en/of
ongeaarde elektrische systemen.
Sluit het elektriciteitssnoer altijd rechtstreeks op het stopcontact aan.
Gebruik geen verlengsnoeren, adapters of andere hulpstukken.
4.6. DIRECTE AANSLUITING OP DE CENTRALE AFVOER
•
Verwijder de dopbevestigingsclip en de dop op de achterkant van de autoclaaf;
•
Steek de plastic slang in de hoekfitting (bijgeleverd);
•
Plaats de fitting en breng vervolgens de clip weer aan;
•
Bevestig een klem (bijgeleverd) aan het sifon;
•
Snij de slang op maat, monteer het vrije uiteinde op de centrale afvoeraansluiting en zet deze vast met de juiste ringmoer.
Controleer of het leidingtraject vrij is van knikken, verplettingen of obstructies van welke aard dan ook.
De onderdelen zijn ongeveer volgens het volgende schema opgesteld:
Op de centrale afvoeraansluiting;
1
Draagvlak;
2
De aansluiting van het centrale afvoerpunt moet zich op een lager niveau dan het draagvlak van de sterilisator bevinden.
Anders kan de correcte afvoer van het reservoir belemmerd worden.
Als er een automatische vulinstallatie (externe pomp of magneetklep, Pure 100, Pure 500) is aangesloten, is het noodzakelijk om de directe
afvoeraansluiting te gebruiken.
Met dit systeem kan het overtollige water dat door de automatische vulinstallatie wordt geladen, in geval van een mogelijke storing of anomalie
in de centrale afvoer stromen, waardoor mogelijke overstromingen worden voorkomen.
16 A
0,03 A
Klem;
3
Sifon;
4
NL
21
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
