Noodloopprocedure
Als er een storing optreedt bij het normale ope-
nen van de gasklep of als de CAN-communicatie
wordt onderbroken, is de volgende noodbedrijfs-
optie beschikbaar:
Een CAN-storing of storing bij het openen van
de gasklep bij een variabel-toerentalmotor (sig-
naalschakelaar en schakelaar voor stationair
draaien):
• De openingswaarde voor de gasklep is 0% en
de motor loopt normaal stationair.
• De openingswaarde voor de gasklep is 0% en
de motor loopt op een vergrendeld verhoogd
stationair toerental (750 omw/min) als deze
functie is ingeschakeld.
CAN-storing:
• De motor is uitgeschakeld als de uitschakel-
voorziening is geactiveerd.
Rijden op grote hoogte
Bij rijden op grote hoogte wordt het motorver-
mogen automatisch gereduceerd vanwege het la-
gere zuurstofgehalte in de lucht. De motor kan in
dat geval niet op het maximale vermogen in be-
drijf zijn.
• ICFN en PRP motoren kunnen gebruikt wor-
den tot op een hoogte van maximaal 2.000
meter.
• IFN-, Patrol Craft Long- en Patrol Craft
Short-motoren mogen niet worden gebruikt
op een hoogte boven 1.000 meter.
• Neem contact op met Scania als de be-
drijfsomstandigheden afwijken van de hier-
voor beschreven omstandigheden.
OPM 350 nl-NL
Koelvloeistoftemperatuur
Een buitensporige koelvloeistoftemperatuur kan
leiden tot motorschade.
De normale koelvloeistoftemperatuur tijdens be-
drijf is 90 tot 95 °C/194 tot 203 °F voor motoren
met een warmtewisselaar en 83 tot 88 °C/181 tot
190 °F voor motoren met kimkoeling.
Alarmniveaus worden ingesteld in de motorrege-
leenheid. De standaardinstelling voor de laagste
en hoogste grenswaarden voor een hoge motor-
koelvloeistoftemperatuur zijn respectievelijk 95
°C/203 °F en 105 °C/221 °F.
Het alarm voor een hoge koelvloeistoftempera-
tuur heeft de volgende functies:
• Alleen alarm.
• Alarm en koppelafname bij de laagste grens-
waarde.
• Alarm bij de laagste grenswaarde en motor-
uitschakeling bij de hoogste grenswaarde.
• Alarm, koppelafname bij de laagste grens-
waarde en motoruitschakeling bij de hoogste
grenswaarde.
• Alarm bij de laagste grenswaarde en motor-
uitschakeling bij de hoogste grenswaarde met
de mogelijkheid tot tijdelijke overname van
de regeling voor motoruitschakeling.
• Alarm, koppelafname bij de laagste grens-
waarde en motoruitschakeling bij de hoogste
grenswaarde met de mogelijkheid tot tijdelij-
ke overname van de regeling voor motoruit-
schakeling.
Als deze gedurende langere periode onder een
extreem lichte belasting draait, ondervindt de
motor mogelijk moeilijkheden bij het handhaven
van de koelvloeistoftemperatuur. Bij een hogere
belasting stijgt de koelvloeistoftemperatuur naar
de normale waarde.
23
©
Scania CV AB 2022, Sweden
BELANGRIJK!
Starten en bedrijf