7.
Breng de aftapplug aan in de remkast.
Planeetwielaandrijving met
hoeveelheid smeermiddel
0,62 liter; zie
Aanbevolen smeermiddel van de
planeetwielaandrijving (bladz. 70)
De planeetwielaandrijving vullen
met smeermiddel
1.
Giet traag de aanbevolen transmissieolie in de
opening van de vulplug; zie
smeermiddel van de planeetwielaandrijving
controleren (bladz.
Het smeermiddel moet tot onderaan de
schroefdraad in de opening van de controleplug
komen.
Belangrijk:
Als de planeetwielaandrijving
vol is voordat u de aanbevolen hoeveelheid
smeermiddel hebt toegevoegd, moet u 1
uur wachten of de plugs monteren en de
machine ongeveer drie meter verplaatsen
om het smeermiddel over het remsysteem te
verdelen. Verwijder vervolgens de plugs en
voeg het resterende smeermiddel toe.
2.
Laat het smeermiddel 10 minuten zakken,
controleer het peil van het smeermiddel en voeg
indien nodig smeermiddel toe tot het peil tot
onderaan de schroefdraad in de opening van de
controleplug reikt.
3.
Plaats de vulplug en de controleplug; zie
Figuur 95
in
Het smeermiddel van de
planeetwielaandrijving controleren (bladz.
4.
Herhaal stap
Het smeermiddel van de
planeetwielaandrijving aftappen (bladz.
71)
en
De planeetwielaandrijving vullen
met smeermiddel (bladz. 72)
planeetwielaandrijving aan de andere kant van
de machine.
Toespoor van voorwiel
afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)
De afstand tussen de voorste middellijn van de wielen
moet 0 tot 3 mm korter zijn dan de afstand tussen de
achterste middellijn van de voorwielen.
1.
Controleer de banden en breng ze op spanning;
zie
Bandenspanning controleren (bladz.
Figuur 95
in
Het
70).
voor de
24).
2.
Meet ter hoogte van de as de afstand tussen de
voorwielen aan de voorkant en de achterkant
van de wielen
Opmerking:
van de wielen moet 0 tot 3 mm korter zijn dan de
afstand tussen de achterkant van de voorwielen.
1. Hart-op-hart-afstand –
achterkant wielen
2. Hart-op-hart-afstand –
voorkant wielen
3.
Als deze afstand buiten het gespecificeerde
bereik valt, moet u de contramoeren aan beide
uiteinden van de trekstang losdraaien
99).
70).
1. Contramoer
4.
Draai de trekstang om de voorzijde van het wiel
naar binnen of naar buiten te draaien.
5.
Draai de contramoeren van de trekstang weer
vast als de afstelling correct is.
6.
Zorg dat het stuur in beide richtingen even ver
draaien.
72
(Figuur
98).
De afstand tussen de voorkant
Figuur 98
3. Middellijn van as
Figuur 99
2. Spoorstang
g002247
(Figuur
g002248