De rolbeugel omhoog klappen
Figuur 16
De maaihoogte instellen
Middelste maaidek
U kunt de maaihoogte instellen van 25 tot 127 mm,
in stappen van 13 mm. Om de maaihoogte van het
middelste maaidek in te stellen, moet u de assen van
de zwenkwielen in de bovenste of onderste openingen
in de zwenkwielvorken plaatsen en vervolgens
een gelijk aantal afstandsstukken toevoegen aan
of verwijderen van de zwenkwielvorken. Daarna
bevestigt u de achterste ketting aan de gewenste
opening.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
2.
Start de motor en breng de maaidekken omhoog
om de maaihoogte te wijzigen.
3.
Zet de motor af, schakel de parkeerrem in en
verwijder het sleuteltje uit het contact nadat het
maaidek is opgeheven.
4.
Plaats de assen van de zwenkwielen in dezelfde
openingen in alle zwenkwielvorken.
g221651
1. Klemkapje
2. Afstandsstukken
3. Opvulstukken
Opmerking:
een maaihoogte van 64 mm of hoger, moet de
asbout worden geplaatst in de onderste opening
van de zwenkwielvork om te voorkomen dat er
zich gras ophoopt tussen het wiel en de vork.
Als u de machine gebruikt bij een maaihoogte
lager dan 64 mm en u merkt dat het gras
ophoopt, keer de richting van de machine dan
om zodat het maaisel wordt verwijderd uit de
ruimte tussen het wiel en de vork.
5.
Verwijder het klemkapje van de spilas en schuif
de as uit de zwenkwielarm
6.
Plaats 2 opvulstukken op de spilas zoals ze
oorspronkelijk waren geplaatst.
Opmerking:
dat de maaidekken over de gehele breedte
horizontaal staan. Schuif het benodigde
aantal afstandsstukken van 13 mm (raadpleeg
onderstaande tabel) op de spilas om de
gewenste maaihoogte te bereiken; schuif daarna
de klemring op de as.
Raadpleeg onderstaande tabel om vast te
stellen welke combinatie afstandsstukken moet
worden gebruikt om de maaihoogte in te stellen
(Figuur
18):
27
Figuur 17
4. Montage-opening
bovenste as
5. Zwenkwiel
Als u de machine gebruikt bij
(Figuur
17).
Deze opvulstukken vereisen
g008866