3.3.4
Voorbereiding voor de montage van de spoelluchteenheid
3.3.5
Kanaal isoleren
8022940/V3-0/2018-06| SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden
AANWIJZINGEN BETREFFENDE DE PROJECTPLANNING
1 Vervaardig houders van stalen buizen (bijv. 50 x 5) met flenzen (bijv. FL 60 x 8 x 60)
voor de vier bevestigingspunten van de spoelluchteenheid ; voorzie de bevestigingsgaten
van M10-schroefdraad.
2 Bij stalen kanalen: las de houders zoals weergegeven vast.
3 Bij stenen schoorstenen: rust de stalen buizen elk met steunplaten uit of gebruik een
andere geschikte bevestiging van de spoelluchteenheid.
Afbeelding 12: Voorgestelde montage voor de spoelluchteenheden (kanaaldiameter niet
representatief)
Maattekening van de spoelluchteenheid zie
en reserveonderdelen", pagina
▸
Breng de thermische isolatie van het kanaal weer aan; versterk de isolatie eventueel nog
iets.
VOORZICHTIG: Uitval van het apparaat door hoge omgevingstemperaturen
De ZO-eenheid van de GM35 is ontworpen voor een omgevingstemperatuur
van max. +55 °C. Op het oppervlak van de behuizing kunnen door
stralingswarmte eventueel hogere temperaturen ontstaan dan door een
meting van de luchttemperatuur kunnen worden vastgesteld.
▸
Ontwerp de isolatie en de stralingsafscherming derhalve zo dat de
temperatuurgrenzen veilig worden nagekomen.
flens 60 x 8 60
DIN 174
50 mm uitsteek bij cirkelvormige
dwarsdoorsnede van het kanaal
"Technische gegevens, eenmalige onderdelen
116.
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | GM35
stalen buis 50 x 5
DIN 2391
25