•
Als u zelf service aan het product wilt uitvoeren, adviseren wij u het werkplaatshandboek voor dat model te bestellen.
In het werkplaatshandboek staan de juiste procedures die u moet volgen. Het is geschreven voor geschoolde
monteurs, dus er kunnen procedures in staan die u wellicht niet begrijpt. Probeer de reparaties niet uit te voeren als u
de procedures niet begrijpt.
•
Voor sommige onderhoudswerkzaamheden zijn speciale gereedschappen en apparatuur vereist. Probeer deze
werkzaamheden niet uit te voeren als u niet over deze speciale gereedschappen en/of apparatuur beschikt. U kunt zo
schade aan het product veroorzaken met hogere reparatiekosten dan de prijs die een dealer berekent voor service.
•
Als u een motor of aandrijving gedeeltelijk demonteert en er niet in slaagt hem te repareren, moet de monteur van de
dealer de onderdelen weer monteren en testen om het probleem op te sporen. Dat kost aanzienlijk meer dan wanneer
u de motor of aandrijving meteen naar de dealer brengt zodra u een probleem constateert. Het probleem kan soms
door een eenvoudige afstelling verholpen worden.
•
Neem niet telefonisch contact op met de dealer, reparatiewerkplaats of fabriek voor diagnose van een probleem of om
de reparatieprocedure aan te vragen. Het is uiterst moeilijk om via de telefoon een diagnose te stellen van het
probleem.
Uw erkende dealer staat klaar om uw motorinstallatie een servicebeurt te geven. Hij heeft bevoegde, door de fabriek
opgeleide monteurs in dienst.
Het verdient aanbeveling om de periodieke onderhoudsinspecties van de motorinstallatie door de dealer te laten verrichten.
Laat de motorinstallatie door de dealer winterklaar maken en laat de dealer ook het vereiste onderhoud verrichten om de
motor weer bedrijfsklaar te maken voor het vaarseizoen. Hierdoor hebt u minder kans op problemen tijdens het
vaarseizoen, juist wanneer u zorgeloos van uw boot wilt genieten.
Inspecteren
Inspecteer de motorinstallatie vaak en regelmatig om de topprestaties in stand te houden en neem maatregelen om
mogelijke problemen te voorkomen. De gehele motorinstallatie moet zorgvuldig worden gecontroleerd, met inbegrip van
alle toegankelijke motoronderdelen.
•
Controleer op losse, beschadigde of ontbrekende onderdelen, slangen en klemmen; draai ze zo nodig vast of vervang
ze.
•
Controleer de bougiekabels en elektrische draden op beschadiging.
•
Verwijder en inspecteer de schroef. Neem contact op met uw erkende Mercury MerCruiser-dealer als de schroef veel
beschadigingen vertoont of verbogen of gebarsten is.
•
Repareer beschadigingen en verwijder corrosieschade van de verf op de buitenkant van de motorinstallatie. Neem
contact op met uw erkende Mercury MerCruiser-dealer.
Onderhoudsschema—hekaandrijvingmodellen
Periodiek onderhoud
NB: Voer alleen het onderhoud uit dat van toepassing is op uw motorinstallatie.
Op nieuwe Bravo-hekaandrijvingen zal de tandwieloliemonitor soms wel met 470 mL (16 fl oz.) extra tandwielolie moeten
worden bijgevuld tijdens de inloopperiode (20 uur bedrijfstijd). Het is belangrijk dat het tandwieloliepeil tijdens de
inloopperiode wordt gecontroleerd en in stand wordt gehouden. Tijdens de installatie van de aandrijving door de fabriek
kan lucht ingesloten raken bovenaan het aandrijfhuis. Gedurende de inloopperiode van de hekaandrijving wordt deze open
ruimte gevuld vanuit de tandwieloliepeilfles. Naarmate er meer lucht uit de hekaandrijving wordt verwijderd via de
oliepeilfles, daalt het oliepeil in de fles.
Taakinterval
Begin elke dag
Einde elke dag
Wekelijks
Om de twee maanden of 50
bedrijfsuren
Periodiek onderhoud
NB: Voer alleen het onderhoud uit dat op uw motorinstallatie van toepassing is.
90-8M0116028
DECEMBER 2015
nld
•
Controleer het motoroliepeil. (U kunt dit interval verlengen naargelang uw ervaring met het product.)
•
Controleer het tandwieloliepeil in de hekaandrijving.
•
Controleer het oliepeil van de trimpomp.
•
Controleer het vloeistofpeil van de stuurbekrachtingspomp of de compacte hydraulische stuurbekrachtiging,
afhankelijk van het stuursysteem van uw model.
•
Spoel telkens na gebruik in zout, brak of verontreinigd water het zeewatergedeelte van het koelsysteem door.
•
Controleer de waterinlaten op vuil of aangroei.
•
Controleer en reinig de wierpot (indien aanwezig).
•
Controleer het koelvloeistofpeil.
•
Inspecteer de anodes van de hekaandrijving en vervang ze wanneer ze voor 50% of meer zijn weggevreten.
•
Verwijder de schroef, smeer de schroefas en haal de moer aan. (U kunt het onderhoud uitstellen tot om de vier
maanden als alleen in zoetwater wordt gevaren.)
•
Behandel de motorinstallatie met Corrosion Guard (corrosiebescherming) als u vaart in zout, brak of verontreinigd
water.
•
Controleer de accuaansluitingen en het vloeistofpeil.
•
Controleer of de meters en draadverbindingen goed vastzitten. Reinig de meters. (Verkort dit interval bij varen in
zout water tot elke 25 uur of 30 dagen, wat zich het eerste voordoet.)
Uit te voeren onderhoud
Hoofdstuk 4 - Onderhoud
Bladzijde 45