De digitale filters gebruiken
Met deze functie kunt u kleurtinten aanpassen en speciale bewerkingen
uitvoeren op een geselecteerde opname.
De opname wordt bewerkt met het zwart-witfilter.
Zwart-witfilter
De opname wordt bewerkt met het sepiafilter.
Sepiafilter
De opname wordt bewerkt met het geselecteerde kleurfilter. U kunt
Kleurfilter
kiezen uit zes filters: rood, roze, paars, blauw, groen en geel.
Helderheidsfilter De helderheid van de opname aanpassen.
1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing
(45) de opname die u wilt bewerken.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer P (Digitaal filter) met
de vierwegbesturing (2345).
4
Druk op de 4-knop.
Het scherm voor selectie van een digitaal
filter verschijnt.
1 Zwart-witfilter
2 Sepiafilter
3 Kleurfilter
4 Helderheidsfilter
Digitaal filter
Digitaal filter
Digitale filters toepassen
op opnamen, bijv. kleuren-
of helderheidsfilter
MENU
Stop
Stop
4
3
Stop
Stop
MENU
5
OK
OK
OK
2
1
OK
OK
OK
OK
133