De camera aanzetten
De batterijen plaatsen
Plaats de batterijen in de camera. Voor deze camera hebt u twee AA-
alkalinebatterijen, AA-lithiumbatterijen of AA Ni-MH-batterijen nodig.
1
Open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de richting 1. De klep gaat
automatisch open in de richting 2 als u de klep loslaat.
2
Plaats de batterijen, zorg ervoor dat de positieve (+) en
negatieve (–) polen van de batterijen overeenkomen met
de (+) en (–)-aanduidingen in het batterijcompartiment.
Controleer de plaatsing van de batterijen goed. Als een batterij verkeerd
is geplaatst, kunnen er storingen optreden.
3
Sluit de klep van de batterijen/kaart en schuif de klep in
de tegengestelde richting van 1.
1
29