d. De volgende activiteit kan worden geobserveerd via het behandelingsscherm bij de
overgang van de status Thawing (Ontdooien) naar de status READY (Gereed):
• De systeemstatus geeft eerst IDLE (Inactief) aan en daarna READY (Gereed) als het
systeem het restant koelmiddel uit de injectielijn verwijdert.
• De START-drukknop op het voorpaneel van de console brandt groen in de status
READY (Gereed).
• De knop ABLATE (Ablatie) op het behandelingsscherm verdwijnt als de status IDLE
(Inactief) is en de knop INFLATE (Vullen) verschijnt in de status READY (Gereed).
• De knop PLAYBACK (Afspelen) verschijnt, zodat de gegevens van de vorige
ablatie kunnen worden bekeken. Druk op de knop PLAYBACK (Afspelen) om naar
de weergavemodus te gaan zoals weergegeven in Afbeelding 16.
• De statusindicator verandert in een weergavemodusindicator en de knop Exit
Playback (Afspelen afsluiten) verschijnt.
Opmerking: Het systeem sluit automatisch de afspeelmodus af als een nieuwe inflatie
wordt gestart.
e. Selecteer een punt op de temperatuurgrafiek van de cryoballon. De bij dat moment
behorende geregistreerde informatie wordt weergegeven.
Black (K) ∆E ≤5.0
•
Gebruik de behandelingspijlen (Afbeelding 16) om de gegevens
van eerdere behandelingen in de huidige procedure weer te
geven.
•
In de weergavemodus kan de ablatielocatie voor elke behandeling
worden bijgewerkt door op de ablatielocatieknop te drukken en de
gewenste ablatielocatie te selecteren uit de vervolgkeuzelijst.
•
Druk op de knop Exit Playback (Afspelen afsluiten) op het
behandelingsscherm om de weergavemodus handmatig af te
sluiten.
Afbeelding 16. Afspeelmodus
28