Afbeelding 23. Nieuwe arts instellen
Via het scherm Setup New Doctor (Nieuwe arts instellen) (Afbeelding 23) worden de afzonderlijke
procedure-instellingen en voorkeuren van een arts ingesteld, die dan worden geladen wanneer die
arts aan het begin van een procedure wordt geselecteerd.
Om een gebruiker of een arts te bewerken, selecteert u de persoon uit de gebruikerslijst en tikt u op
het bewerkingspictogram. Voor gebruikers kunnen alleen gebruikersnamen en toegangsniveaus
worden bewerkt. In het geval van artsen kunnen de naam van de arts en de individuele instellingen/
voorkeuren worden bewerkt.
Om een gebruiker te verwijderen, selecteert u de naam van de gebruiker uit de lijst en klikt u op het
verwijderpictogram.
Om een gebruiker/arts-wachtwoord te resetten, selecteert u de proefpersoon en drukt u op het
pictogram voor wachtwoord resetten. Opmerking: de aangemelde beheerder moet eerst zijn eigen
wachtwoord invoeren.
10.3 Records archiveren
Door het archiveren van records kan het systeem gebruikt blijven worden als de beschikbare ruimte
op de harde schijf te klein is.
Druk op de knop Archive Records (Records archiveren) op het scherm Settings (Instellingen).
Opmerking: Na het archiveren zijn de records niet zichtbaar op de console.
Druk op Yes (Ja) om de patiëntrecords op de console te archiveren. Druk op No (Nee) om het
archiveringsproces te annuleren.
Nadat de archiveringsprocedure is voltooid, drukt u op OK om het venster te sluiten.
Opmerking: De console wordt afgesloten nadat u op OK hebt gedrukt.
35
Black (K) ∆E ≤5.0