4 Monteren
Draaien van de behuizing
Werkdruksensor
14
6
1
6
4
Fig. 8: Positie van het filterelement - niet-Ex-, Ex-ia- en Ex-d-ia-uitvoering
1
Kunststof-, rvs-éénkamer (fijngietmetaal)
2
Aluminium - eenkamer
3
RVS-éénkamer (elektrolytisch gepolijst)
4
Kunststof tweekamer
5
Aluminium-, rvs-tweekamer (fijngietmetaal)
6
Filterelement
Informatie:
Tijdens bedrijf moet erop worden gelet, dat het filterelement altijd vrij
zijn van afzettingen. Voor het reinigen mag geen hogedrukreiniger
worden gebruikt.
De elektronicabehuizing kan voor een betere afleesbaarheid van het
display of voor toegang tot de bedrading met 330° worden gedraaid.
Een aanslag voorkomt, dat de behuizing te ver wordt gedraaid.
Afhankelijk van de uitvoering en het materiaal van de behuizing moet
nog de borgschroef op de hals van de behuizing iets los worden ge-
draaid. De behuizing kan nu in de gewenste positie worden gedraaid.
Zodra de gewenste positie is bereikt, trekt u de borgschroef weer
vast.
Opgelet:
Bij instrumenten met procesaansluiting schroefdraad mag de behui-
zing niet worden gebruikt voor inschroeven van het instrument! Het
vastdraaien kan op die manier schade aan het draaimechaniek van
de behuizing veroorzaken.
Werkdruksensoren zijn voor bepaalde leiding- en bedrijfsspecifica-
ties berekend. Daarom moeten de leidingen voor de inbouw op de
meetplaats worden gecontroleerd en worden vergeleken met het
meetplaatsnummer.
6
2
6
3
6
5
VEGADIF 85 • 4 ... 20 mA